e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeswijk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leunknop van de booromslag ei: ę.j (Meeswijk) De platronde bol aan de bovenzijde van de booromslagwaarmee men tijdens het boren met de hand of met de borst druk uitoefent op het boorijzer. Zie ook afb. 81. [N 53, 161e; monogr.] II-12
leunstoel zorg: zøͅrəx (Meeswijk) zetel III-2-1
leven (zn.) leven: lîêvə (Meeswijk) leven (zn.) III-2-2
levend vlees onder de huid leven, het -: lievə (Meeswijk), vlees: ət fleis (Meeswijk) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1
lever lever: lēvər (Meeswijk), liëver (Meeswijk) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
leverbotziekte, distomatose leverswormen (mv.): lēǝvǝrswørm (Meeswijk) Leverbotziekte, veroorzaakt door een platworm die leeft in de galgangen van de lever, vooral van runderen en schapen. [N 52, 31; N 19, 69; N 77, 64; A 48, 46; A 32, 15b] I-12
leverpastei leverpat: lē̝ə.vərpá’tē (Meeswijk) leverpastei [Goossens 1b (1960)] III-2-3
leverworst leverworst: lē̝vərwō̝ə.s (Meeswijk) leverworst [Goossens 1b (1960)] III-2-3
libel en waterjuffer poppensnijder: ’popəsnidər (Meeswijk) libel, waterjuffer III-4-2
lichaam lijf: lief (Meeswijk), līf (Meeswijk) lichaam [N 10 (1961)] III-1-1