17971 |
lichaamskracht |
macht:
mach (L424p Meeswijk, ...
L424p Meeswijk),
max (L424p Meeswijk, ...
L424p Meeswijk)
|
lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)]
III-1-2, III-1-4
|
18084 |
lichaamsvocht |
water:
t water (L424p Meeswijk)
|
lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18076 |
licht verkouden |
get verkoud:
ich ben get verkaud (L424p Meeswijk)
|
Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
18571 |
lichte overjas |
demi (fr.):
dəmi (L424p Meeswijk)
|
overjas van lichte stof voor voor- en najaar (demi-saison)
III-1-3
|
19353 |
lichtgeraakt, kregel |
krikkel:
krikkəl (L424p Meeswijk)
|
lichtgeraakt, korzelig
III-1-4
|
17656 |
lidmaat, ledematen |
lid, leden:
leəd (L424p Meeswijk)
|
ledematen, lidmaat [N 10 (1961)]
III-1-1
|
22750 |
lied, liedje |
liedje:
Zing eens ee(n) liedje.
lēt`ə (L424p Meeswijk)
|
Liedje: voorgedragen melodie.
III-3-2
|
17647 |
lies |
dun, de -:
de dun (L424p Meeswijk),
lies:
lēs (L424p Meeswijk)
|
Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] || lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)]
I-12, III-1-1
|
24343 |
lieveheersbeestje |
lieveherepaardje:
levɛ’niərəpēͅrtjə (L424p Meeswijk)
|
lieveheersbeestje
III-4-2
|
24485 |
liguster |
maagdenpalm:
mēədəpau̯m (L424p Meeswijk)
|
liguster
III-4-3
|