e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeswijk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichaamskracht macht: mach (Meeswijk, ... ), max (Meeswijk, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht water: t water (Meeswijk) lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)] III-1-2
licht verkouden get verkoud: ich ben get verkaud (Meeswijk) Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)] III-1-2
lichte overjas demi (fr.): dəmi (Meeswijk) overjas van lichte stof voor voor- en najaar (demi-saison) III-1-3
lichtgeraakt, kregel krikkel: krikkəl (Meeswijk) lichtgeraakt, korzelig III-1-4
lidmaat, ledematen lid, leden: leəd (Meeswijk) ledematen, lidmaat [N 10 (1961)] III-1-1
lied, liedje liedje: Zing eens ee(n) liedje.  lēt`ə (Meeswijk) Liedje: voorgedragen melodie. III-3-2
lies dun, de -: de dun (Meeswijk), lies: lēs (Meeswijk) Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] || lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)] I-12, III-1-1
lieveheersbeestje lieveherepaardje: levɛ’niərəpēͅrtjə (Meeswijk) lieveheersbeestje III-4-2
liguster maagdenpalm: mēədəpau̯m (Meeswijk) liguster III-4-3