18589 |
overall |
clown (eng.):
klōn` (L424p Meeswijk)
|
overall (kledingstuk)
III-1-3
|
34168 |
overdragen |
uitgeteld zijn:
(de koe is) øi̯tgǝtɛlt (L424p Meeswijk)
|
Het overschrijden van de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 44]
I-11
|
33817 |
overgevoelig paard |
(een) pijnlijke:
pinlǝkǝ (L424p Meeswijk),
beukerd:
bø̄kǝrt (L424p Meeswijk),
meker:
mīkǝr (L424p Meeswijk)
|
Paard dat bij het zien van mensen geluiden en bewegingen maakt, maar zonder kwaadaardigheid. [N 8, 94e]
I-9
|
19465 |
overgordijn |
gordijn:
gərdin (L424p Meeswijk)
|
gordijn
III-2-1
|
32799 |
overhoeks eggen |
overoord [eggen]:
ȳ ̞ǝ.vǝrūǝ.rt (L424p Meeswijk),
ø̄ǝvǝrōrt (L424p Meeswijk)
|
Manier van eggen waarbij men met de eg schuin over de akker gaat. Men kan schuin in de lengterichting of schuin in de breedterichting eggen. Zie afb. 71. Nadat men een akker overhoeks geëgd heeft (om onkruid te bestrijden of om de grond gelijk te trekken), egt men hem gewoonlijk in de lengte af. Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting bij het lemma ¬¥eggen¬¥. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 84c; N 11A, 177c; div.; monogr.]
I-2
|
23076 |
overige kegeltermen |
poort:
B.v. Linkse, rechtse poort.
pōərt (L424p Meeswijk)
|
Poort: 2. (Kegelspel) de plaats links en rechts van de drie middelste kegels.
III-3-2
|
23077 |
overige schutterstermen |
punt:
pønt (L424p Meeswijk)
|
[III]. Punt: 2. (Schutterij) één van de zwarte houten blokjes op de "riek"van een schietboom, dat dient afgeschoten te worden.
III-3-2
|
18553 |
overjas (alg.) |
pardessus (fr.):
pardəsy (L424p Meeswijk)
|
overjas
III-1-3
|
32796 |
overlangs heen en weer eggen |
recht [eggen]:
rɛx (L424p Meeswijk),
rechtop [eggen]:
rɛx˱ǫp (L424p Meeswijk)
|
Bedoeld wordt de manier van eggen, waarbij men in de lengterichting werkend, na het keren de volgende egbaan onmiddellijk (soms met een kleine overlapping) laat aansluiten bij de vorige. Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting bij het lemma ''eggen''. [JG 1a + 1b + 1c + 1d; JG 2c; N 11, 84a; N 11A, 176c + 189c; monogr.]
I-2
|
19484 |
overloop |
palier (fr.):
pali̯ē (L424p Meeswijk)
|
overloop, bordes
III-2-1
|