e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeswijk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rechte, vormeloze benen palen: Mv. van poal (paal).  pöl (Meeswijk) benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)] III-1-1
rechterachterkwartier rechterkwartier achter: ręxtǝrkǝrtēr axtǝr (Meeswijk) Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d] I-11
rechterkant van het paard rechterflank: ręxtǝrflāŋk (Meeswijk) Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10] I-9
rechtervoorkwartier rechterkwartier voor: ręxtǝrkǝrtēr vø̄r (Meeswijk) Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c] I-11
rechtop fiks: fiks (Meeswijk) rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)] III-4-4
rechtopstaande wissen stiksels: steksǝls (Meeswijk) De wissen die het geraamte van het opstaande gedeelte van de mand vormen. [N 40, 50; monogr.] II-12
rechtvaardig rechtvaardig: rèchféérdəch (Meeswijk) rechtvaardig III-1-4
redeneren redeneren: rədəneerə (Meeswijk) betogen III-1-4
reeks, rij reeks: reeks (Meeswijk) een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] III-4-4
regen (alg.) regen: ⁄rēŋər (Meeswijk) neerslag, regen III-4-4