e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeswijk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rozenbottel papenmuts: Paque vanwege de vorm ve priestermust  ’pāpərmøͅts (Meeswijk) rozenbottel (vrucht van de hondsroos: papetuutje, papetoet, hanekul, wepen, klokke, rozenbottel). III-4-3
rozijn rozijn: rəzi‧n (Meeswijk) gedroogde druif, rozijn III-2-3
rug rug: rø̜q (Meeswijk) Zie afbeelding 2.29. [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9
rug van het blad van de zeis rug: rø̜q (Meeswijk) De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b] I-3
ruggengraat ruggenstrang: røgəstraŋk (Meeswijk), rugstrang: rögstraŋk (Meeswijk) rug: ruggegraat [ruggestrang, ruggegraat] [N 10 (1961)] III-1-1
ruggenwervel gewerf (van de ruggengraat): gewerf (Meeswijk), wervel: wervel (Meeswijk) [N 10 (1961)] III-1-1
rugriem rugzeel: rugzeel (Meeswijk) Riem die een paard dat niet tussen berries is ingespannen op de rug draagt om de strengen op te houden. De rugriem wordt ook gebruikt bij het voorste van twee ingespannen paarden. [JG 1b, 1c, 1d; N 13, 69] I-10
ruiken ruiken: ruuken (Meeswijk), rykə (Meeswijk) ruiken [N 10b (1961)] III-1-1
ruilen (als spel) tuisen: Nhd. tauschen, Kil. tuyschen permutare, commutare.  tušə (Meeswijk) *Tuisen: Ruilen (geen pejoratieve betekenis). III-3-2
ruin ruin: rȳn (Meeswijk) Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9