e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeswijk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stinkende gouwe wrattelenkruid: chelidonium majus  vratələkrū.t (Meeswijk), wrattenkruid: vrattekrouĕt (Meeswijk) schelkruid [ZND 06 (1924)] || stinkende gouwe III-4-3
stobbe vot: vǫt (Meeswijk) Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.] II-12
stoel chaise (fr.): š‧ēs (Meeswijk) stoel III-2-1
stof stof: stof (Meeswijk) stof, weefsel III-1-3
stok of twijg om een kind te straffen wis: wes (Meeswijk), znd 23, 60c;  wis (Meeswijk) stok of twijg om iemand te straffen [ZND 23 (1937)] || tuchtroede III-2-2
stokroos stokroos: althea rosea  stoͅkruəs (Meeswijk) stokroos (althea rosea L.) III-2-1
stolp kaasklok: kiəskloͅk (Meeswijk), kaasstolp: kiəsstøͅləp (Meeswijk, ... ), stolp: støͅləp (Meeswijk) kaasstolp || stolp III-2-1
stomdronken poepzat: pupsāt (Meeswijk) stomdronken III-2-3
stomphoorns uitgestoten hoorns: ūt˲gǝstūǝtǝ ø̄ǝrǝ (Meeswijk) Afgebrokkelde of slecht ontwikkelde hoorns. [N 3A, 106c] I-11
stomverbaasd verstomd: vərstómp (Meeswijk) stom, sprakeloos III-1-4