22434 |
versieren (met bloemen) |
sieren:
sērə (L424p Meeswijk)
|
Sieren: versieren, verfraaien, opschikken.
III-3-2
|
18226 |
versleten |
schabbetig:
B.v. Schabbetig gekleed. Nhd. schäbig.
šebətəx (L424p Meeswijk),
versleten:
Sub verslijten, st.ww. zie SLIJTEN.
vərslēətə (L424p Meeswijk)
|
schabbetig || versleten
III-1-3
|
18797 |
verstand |
verstand:
vərstà.nt (L424p Meeswijk)
|
denkvermogen, bevatting
III-1-4
|
19179 |
verstandig |
verstandig:
vərstènəch (L424p Meeswijk)
|
verstandig
III-1-4
|
17625 |
verstandskies |
wijsheidstand:
weiseitstand (L424p Meeswijk),
wiseitstant (L424p Meeswijk)
|
verstandskies (wijsheidstand) [N 10b (1961)]
III-1-1
|
32057 |
verstek |
verstek:
vǝrstēǝk (L424p Meeswijk)
|
Hoekverbinding waarbij de uiteinden van de twee delen onder een hoek van 450 tegen elkaar staan. Daardoor is op de buitenhoek geen kopshout zichtbaar. Zie ook afb. 143. [N 53, 203a; monogr.]
II-12
|
32010 |
verstekbak |
verstekbak:
vǝrstēǝk˱bak (L424p Meeswijk)
|
Gootvormig houten gereedschap met schuine zaagsneden in de twee opstaande kanten, dat dient om het daarin geplaatste werkstuk in verstek te zagen. Als zaag wordt daarbij meestal een kapzaag gebruikt. Zie ook afb. 117. [N 53, 214a; monogr.]
II-12
|
29941 |
verstekhaak |
verstekhaak:
vǝrstēǝk˱ǭk (L424p Meeswijk)
|
Een winkelhaak waarvan de benen onderling een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om versteklijnen af te tekenen en om te controleren op haaksheid. Zie ook afb. 104 en het lemma ɛverstekhaakɛ in Wld II.9, pag. 10-11 en Wld II.11, pag. 57.' [N 53, 188; N E, 18a; monogr.]
II-12
|
34235 |
verstopte speen |
lamme deem:
lām dɛ̄m (L424p Meeswijk)
|
Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a]
I-11
|
19304 |
vertrouwen |
trouwen:
trówwə (L424p Meeswijk)
|
vertrouwen
III-1-4
|