e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeswijk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voelen voelen: véúlə (Meeswijk) met het gevoel waarnemen III-1-4
voerman voerman: vōrmā.n (Meeswijk), vrachter: vraxtǝr (Meeswijk) Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
voertuig geveer: gǝviǝr (Meeswijk), voiture (fr.): voiture (Meeswijk) Algemene benaming voor de vracht- en personenvoertuigen. [N 17, 15; N 17, 99; N G, 59; L 28, 24; monogr.] || de algemene naam voor een constructie op wielen die geduwd of getrokken wordt of door een motor voortbewogen wordt en die bedoeld is om personen of goederen te vervoeren [voertuig, voiture] [N 90 (1982)] I-13, III-3-1
voetbal voetbal: Afl. voetballen.  vudbāl (Meeswijk) Voetbal. III-3-2
voetbankje voetenbank: vōtəbaŋk (Meeswijk) voetenbank III-2-1
voetganger voetganger: voetganger (Meeswijk) een persoon die te voet gaat [voetganger, voetreiziger, voeteerder] [N 90 (1982)] III-3-1
vogel op de schutsboom vogel: B.v. Wie heeft dit jaar de vogel afgeschoten?  vōəgəl (Meeswijk) Vogel: 2. Afbeelding van vogel als doel om naar te schieten. III-3-2
vogel, algemeen vogel (enk.): vōəgəl (Meeswijk) vogel III-4-1
vogelmuur muur: stellaria media  mīr (Meeswijk) muur III-4-3
vogelpootje, serradelle serradelle: sǝrdɛl (Meeswijk) Ornithopus sativus Brot. Een 30 tot 60 cm hoge plant met rechtopstaande stengel, veervormige blaadjes en roze-witte bloempjes. De plant bloeit van juni tot de herfst en wordt vooral op zandgonden als bemestingsgewas, maar ook als veevoeder geteeld. [N Q, 3; N 11A, 29c; JG 1a, 1b; R 3, 29; monogr.] I-5