e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gieter gieter: gētər (Meeuwen), gē(ǝ)tǝr (Meeuwen) gieter || Werktuig dat wordt gebruikt bij het blussen van kleine hoeveelheden kalk, het bereiden van mortel, het bevochtigen van metselstenen etc. [N 30, 23a; monogr.] II-9, III-2-1
gif vergif: vərgif (Meeuwen) Gif: stof die een nadelige of dodelijke werking heeft op het lichaam van een mens (venijn, (ver)gif(t)). [N 84 (1981)] III-1-2
gilde gilde: gilde spreekt men ook wel gille uit  gilde (Meeuwen) Een gilde. [ZND 35 (1941)] III-3-2
gist gist: gɛs (Meeuwen) gist III-2-3
glad, glijdend glattig: glattig (Meeuwen, ... ) glad [ZND 01 (1922)], [ZND 24 (1937)] III-4-4
glasgordijn gordijn: gordijn (Meeuwen, ... ) Dun gordijn van gaas of andere fijne stof, dat vlak voor het raam hangt (gordijn, glasgordijn, vitrage) [N 79 (1979)] III-2-1
glazenkast glazenkast: glazenkast (Meeuwen, ... ), glazenkastje: glazenkeske (Meeuwen) Kast met opbouw, voor zilver- of glaswerk (buffet, zilverkast, glazenkast) [N 79 (1979)] III-2-1
glazig glazen: glazen (Meeuwen), glazig: glaazig (Meeuwen), glazig (Meeuwen) aardappel die hard en doorschijnen is (glazen patat) [ZND 35 (1941)] || glazig; Hoe noemt U: Hard en doorschijnend, gezegd van aardappelen (schier, glazerig) [N 80 (1980)] III-2-3
glazuur glazuur: gləzy.r (Meeuwen) Glazuur: de glinsterende laag waarmee de tanden bedekt zijn (glazuur, email). [N 84 (1981)] III-1-1
glijbaan afkeizer?: [* Meeuwen Wl.]  afkeizer (Meeuwen), ritsaf: ritsaaf (Meeuwen), ritsaf (Meeuwen), /  ritsaaf (Meeuwen), schuifaf: /  shiefaaf (Meeuwen) / [SND (2006)] || Het speeltuig (vooral in speeltuinen) waarbij men langs een gladde baan van een platform naar beneden kan glijden [glijbaan, borsie, ritsbaan, roetsjbaan]. [N 88 (1982)] || schuifaf [SND (2006)] III-3-2