e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
likken lekken: lekken (Meeuwen), lèkke (Meeuwen) likken; Hoe noemt U: Met de tong over iets heen en weer gaan om zo het voedsel op te nemen (likken, lekken, leppen) [N 80 (1980)] III-2-3
limonade limonade: lIməna.t (Meeuwen) limonade III-2-3
linde lindeboom: lenəbø͂ͅyəm (Meeuwen), li-jnebuîm (Meeuwen) lindeboom III-4-3
liniaal lat: ps. omgespeld volgens RND!  lat (Meeuwen), regel: ps. omgespeld volgens RND!  rīgəl (Meeuwen) een dunne rechte lat met een maatverdeling om er lijnen langs te trekken [liniaal, linie, regel, regelet] [N 90 (1982)] III-3-1
linkerkant van het paard binnenkant: binnenkant (Meeuwen) Kant waar de voerman het paard leidt. [N 8, 9 en 10] I-9
links, linkshandig links: links (Meeuwen) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)] III-1-2
linksachter linksback (<eng.): [bak]  linksback (Meeuwen) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2
linkshandig persoon linkse, een -: n lingse (Meeuwen, ... ), n linkse (Meeuwen) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)] || iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)] III-1-2
linksvoor linksbuiten: linksbuiten (Meeuwen) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
lintvoeg lintvoeg: lent˲[voeg] (Meeuwen) Horizontale voeg. Zie ook afb. 41. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(voeg)' het lemma 'Voeg'. [N 32, 29b; monogr.] II-9