e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naar links haar: hār (Meeuwen) Voermansroep om het paard naar links te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95 c, 95d en 96; L 1 a-m; L B 2, 255; L 26, 2; L 36, 81c; S 12; monogr.] I-10
naar rechts hut: hyt (Meeuwen) Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.] I-10
nabootsen na-apen: naäpen (Meeuwen), nadoen: nadoen (Meeuwen) iemands stemgeluid imiteren [nabootsen, papegaaien] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtbraken nachtbraken: nachtbraken (Meeuwen, ... ) tot diep in de nacht uitgaan, nachtbraken [zwabberen] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtegaal nachtegaal: naxtəgāl (Meeuwen) nachtegaal III-4-1
nachtjapon tabbaard: Tabberd. Cfr. tabard; mnl. tabbaert, tabbert.  tabərt (Meeuwen) nachtjapon III-1-3
nachtkastje nachttafeltje: naxttēͅfəlkə (Meeuwen) nachtkastje III-2-1
nachtzwaluw geitenmelker: geitemölker (Meeuwen) nachtzwaluw III-4-1
nadeel nadeel: naodéél (Meeuwen), nōͅdēͅi̯l (Meeuwen), Och, ich weit ¯t neet; de höbs doa eigenlik viêr- of noadeil van  noadeil (Meeuwen), schade: schaai (Meeuwen), sjāi̯ (Meeuwen) het nadeel dat voor iemand uit een gebeurtenis of handeling voortvloeit [schade, schaai, scha, nadeel] [N 85 (1981)] || nadeel III-1-4
nageboorte nageboorte: naogəbūūrtə (Meeuwen) nageboorte III-2-2