e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neus (spotnamen) snuit: snyt (Meeuwen) neus: spotbenamingen [snoet, snotkoker, fok, fokker, kokker, domphoren, gevel, foemp] [N 10 (1961)] III-1-1
neusgaten neuskotten: naskytər (Meeuwen) neus: neusgaten [N 10 (1961)] III-1-1
neusvleugel neusvleugel: nasvligəl (Meeuwen) neusvleugel [N 10b (1961)] III-1-1
nicht nicht: nicht (Meeuwen, ... ) nicht || nicht; de kinderen van een oom of tante [ZND 11 (1925)] III-2-2
nier nier: neer (Meeuwen) nier [N 10 (1961)] III-1-1
niet helder van geest dutselachtig: detsəlɛxtəx (Meeuwen) niet helder van geest, zwak van geest [dutselachtig] [N 85 (1981)] III-1-4
niet zindelijk nog niet droog: nog niet drieg (Meeuwen) onzindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften niet beheersend; onzindelijk, gezegd van kinderen [N 86 (1981)] III-2-2
nietsnut luizenkloot: Ich verstoan neet, detter zich möt zuu eine lûzekluut wiltsj ophauwe  lûzekluut (Meeuwen), luizenkramer: Letterlijk  lûzekriêmer (Meeuwen), nietsnut: nietsnut (Meeuwen), niksnut: nēͅtsnut (Meeuwen), pilot (fr.): plod (Meeuwen) (marktkramer) van niks || een persoon die tot niets deugt [leep, nietsnut, nietsnutter, nietsnutterik] [N 85 (1981)] || iemand die niets doet [druil, plod, patrak, loefer] [N 85 (1981)] || vent van niks III-1-4
nieuwe maan nieuw licht: nüüwə leecht (Meeuwen), nieuwe maan: nieuw maan (Meeuwen) schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
nieuwjaar nieuwjaar: nyjo:r (Meeuwen) Nieuwjaar. III-3-2