e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
perzikkruid reutsel: rē̜tsǝl (Meeuwen) Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5
pesterij plaag: plōͅx (Meeuwen) het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)] III-1-4
pet: algemeen floetsklak: fluutsklak = oud, versleten klak  fluutsklak (Meeuwen), klak: klak (Meeuwen, ... ), fluutsklak = oud, versleten klak  klak (Meeuwen) pet (hoofdbedekking voor mannen) - zijn er verschillende benamingen? [ZND 16 (1934)] || pet, muts, klak [RND] || pet, VD muts met klep III-1-3
peterselie peterselie: petərsē.li (Meeuwen) [Goossens 1b (1960)] I-7
petroleum ptrole (fr.): petrol (Meeuwen), pətròl (Meeuwen) petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)] III-4-4
petroleumlamp quinquet: keŋkē (Meeuwen), vgl. Fr. quinquet Het leechtsje vanne kinkee mook ein ròn vlek oppet toafellake  kinkee (Meeuwen) ouderwetse petroleumlamp || petroleumlamp III-2-1
petunia petunia: WLD  petunia (Meeuwen) [N 92 (1982)] I-7
peul erwtenschaal: erteschaal (Meeuwen) groene schaal waarin erwten en bonen zitten [ZND 40 (1942)] III-2-3
peul, dop (znw) hauw: hauə (Meeuwen), schaal: schaal (Meeuwen), šāl (Meeuwen) [Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: pŏlen (Meeuwen), uitdoen: ū.i̯dō.n (Meeuwen) [Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)] I-7