e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
versiersel sier: sier (Meeuwen), siersel: siersel (Meeuwen) voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)] III-1-3
versleten versleten: versleten (Meeuwen, ... ), verslietə (Meeuwen), verslīēte (Meeuwen) door lang gebruik stuk gegaan, niet bruikbaar meer, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 86 (1981)] || verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)] III-1-3
versnijden terugspringend metsen: tręxspreŋǝnt mɛtsǝ (Meeuwen) Een muur vanaf een bepaald punt minder dik verder bouwen, bijvoorbeeld door van tweesteens naar anderhalfsteens of, volgens de invullers uit L 320a en L 382, van steens naar halfsteens over te gaan. [N 31, 46a] II-9
verstand geest: dat wi-jfke is op hèren auwerdòm nog hiël good van geist Syn. Ze is nog hiêl good bi-j ter hère  geist (Meeuwen), vernuft: vernuft (Meeuwen), verstand: verstand (Meeuwen), vərstânt (Meeuwen), Algemene noot, geldend voor de gehele vragenlijst (indien van toepassing): de "]"heb ik niet omgespeld in "ng", maar gewoon letterlijk overgenomen!  vərstant (Meeuwen) het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)] || rede, verstand || verstand III-1-4
verstandig redelijk: redelijk (Meeuwen), reͅdeͅlək (Meeuwen), Zeeg nûw ins riêdelik en gèèf tûw deste verkiêrd woars  riêdelik (Meeuwen), verstandig: vərstènəch (Meeuwen), Viêr zi-jnen auwerdòm kan ¯r nog hiêl verstejnig rezenère  verstejnig (Meeuwen), wijs: wijs (Meeuwen) een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] || intelligent || verstandig || verstandig, redelijk III-1-4
verstandskies wijsheidstand: wisheͅitstant (Meeuwen) verstandskies (wijsheidstand) [N 10b (1961)] III-1-1
verstoppertje spelen piepjebergen: piepkebergen (Meeuwen), verstekertje spelen: versteikerke (Meeuwen), verstekerke (Meeuwen), /  versteikerke (Meeuwen), 1 deelnemer moet de anderen, die zich ergens verstopt hebben, zoeken.  vərstɛ.kərkə (Meeuwen), verstoppertje spelen: verstopperke (Meeuwen), verstoppertje (Meeuwen), wegstekertje spelen: wegstekertje (Meeuwen) Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || Lievelingsspel 5. [SND (2006)] || Verstekerke: kinderspel. || verstoppertje [SND (2006)] III-3-2
vertrouwen betrouwen: bətraywə (Meeuwen), trouwen: trouwen (Meeuwen, ... ), vertrouwen: vertrouwen (Meeuwen, ... ), vərtröjwə (Meeuwen) iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)] || vertrouwen III-1-4, III-3-1
vertuieren omhouwen: omhø̄u̯ǝ (Meeuwen) Het verplaatsen van het vee, telkens wanneer een stuk wei is afgegraasd. [L 40, 21b; monogr.] I-11
vervanger remplaant (fr.): ps. omgespeld volgens RND!  rampləsant (Meeuwen) iemand die in dienst gaat in plaats van een ander [remplaçant] [N 90 (1982)] III-3-1