e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inzet bij het spel pot: pot (Meeuwen, ... ), Wat staat er in de pot?; pot zetten.  poͅt (Meeuwen), zaad: Z.N.  zoͅ.t (Meeuwen) Het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik]. [N 88 (1982)] || Pot: algemene inzet. || Zaad: inzet bij het spel. III-3-2
inzouten inzouten: lett. fig. Di-j höbbe vèè doon ins stevig ingezaute: We hebben het haar eens terdege gezegd  inzaute (Meeuwen), zouten: zaute (Meeuwen), zau̯tə (Meeuwen) inzouten || zouten III-2-3
italiaan italiaan: det is n⁄en Italjaan (Meeuwen), dè⁄s ⁄n Italiaan (Meeuwen) Dat is een Italiaan. [ZND 36 (1941)] III-3-1
jaarmarkt jaarmarkt: jaarmarkt (Meeuwen), joarmarkt (Meeuwen) de markt die elk jaar op een vaste tijd wordt gehouden [foor, jaarmarkt] [N 89 (1982)] III-3-1
jachtpak jagerskostuum: jagerskestùum (Meeuwen, ... ) het jachtcostuum [N 59 (1973)] III-1-3
jacquetpak pitteleer (<fr.): pietelèèr (Meeuwen, ... ) het jacquet-costuum [N 59 (1973)] III-1-3
jagersjas loden (du.): Cfr. Van Dale: loden (I) (Hd.): 1) sterk gevolde dichte wollen stof; 2) jas, mantel, cape van de onder 1. genoemde stof NB Van Dale (DN): Loden, loden jas, mantel NB Van Dale (FN): loden [lodn], loden jas.  lode (Meeuwen, ... ), loden jas: lo.də} jas, mantel (Meeuwen), loden mantel: lo.də} jas, mantel (Meeuwen) (van) sterk gevolde dichte wollen stof || groene jas met een plooi in de rug [N 59 (1973)] III-1-3
jak kazavek: kazzevek (Meeuwen), Het Wa. kent cazawé, cazawik (Haust), Rijnl. Kaseeck; Schu. kazevek, kazavek. (Uit een Slavische taal afkomstig?).  kazəvaek (Meeuwen) jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)] || lang vrouwenjak III-1-3
jaloers jaloers: jaloers (Meeuwen), zjeloers (Meeuwen), zjəlūrs (Meeuwen), det waas zuu fi-jn, echt òm zjaloers op te wère  zjaloers (Meeuwen), ook materiaal znd 27, 44  zjeloersch (Meeuwen) afgunstig, jaloers || een andere om iets benijdend [jaloers, afgunstig] [N 85 (1981)] || jaloers [ZND 01 (1922)] III-1-4
jaloes jaloers: zjalōērs (Meeuwen) jaloers III-1-4