e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koekoek koekoek: kukuk (Meeuwen) koekoek III-4-1
koele plek in de schaduw killeschaai: keləša͂i̯ (Meeuwen), killesjaai (Meeuwen), koeleschaai: koelesjaai (Meeuwen) koele plek in de schaduw III-4-4
koelkast frigo (fr.): frigo (Meeuwen) koelkast III-2-1
koestal koestal: kű(u̯)[stal] (Meeuwen) De stal bestemd voor het rundvee. Soms zijn er voor ouder vee en kalveren aparte stalruimten. Meestal zijn de koestal en de kalverstal in één ruimte, die in zijn geheel "de koestal" wordt genoemd. Men kan de koestal echter ook opvatten als dat deel van de stal waar de koeien staan. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [N 5A, 33; N 5, 105g; JG 1a en 1b; A 10, 9a; L 38, 24; R (s] I-6
koets (alg.) koets: koets (Meeuwen), ps. omgespeld volgens RND!  kyts (Meeuwen) een vierwielig, geheel gesloten rijtuig, door een of meer paarden getrokken [koets, toegerij, toekoets] [N 90 (1982)] || koets [ZND 36 (1941)] III-3-1
koets: sjees sjees (<fr.): Van Dale: sjees (&lt;Fr.), 1. licht, hoog tweewielig rijtuig, met kap.  sies (Meeuwen) koets [ZND 36 (1941)] III-3-1
koffer koffer: kofər (Meeuwen) koffer III-3-1
koffie koffie: koffie (Meeuwen) (koffie) hij doopt zijn brood in zijn koffie [ZND 23 (1937)] III-2-3
koffie zetten opschudden: Nelleke hauw òs èè lekker zjetsje koffie opgesjödsj  opsjödde (Meeuwen) koffie of thee zetten III-2-3
koffiedik dras: dras (Meeuwen, ... ), Oppe bujem van het koffiekenke laag nogal vèèl dras Dès andere thee dan koffiedras: dat is wel iets anders, hè  dras (Meeuwen) drap || dras, koffiedik || koffiedik [DC 47 (1972)] III-2-3