19697 |
kraan |
kraan:
krān (L364p Meeuwen)
|
kraan van de waterleiding
III-2-1
|
32621 |
kraan van de metalen gierton |
kraan:
krān (L364p Meeuwen)
|
De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.]
I-1
|
24196 |
kraanvogel |
kroenekraan:
krunekrane (mv.) (L364p Meeuwen),
kruunekraan (L364p Meeuwen),
kry(3)̄nəkrān (L364p Meeuwen),
(geen fon doc.)
kroenekraan (L364p Meeuwen)
|
kraanvogel [ZND 01 (1922)], [ZND 17 (1935)]
III-4-1
|
17918 |
krabben |
jeuken:
jikə (L364p Meeuwen),
kretsen:
kretse (L364p Meeuwen),
schuren:
sjurə (L364p Meeuwen)
|
krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
32072 |
kram |
kram:
kram (L364p Meeuwen)
|
U-vormig gebogen ijzerdraad die aan beide einden van een punt is voorzien. [N 54, 18; monogr.]
II-12
|
21340 |
kramer |
kramer:
iemand die elke week met winkelwaar langs de deur komt, soort leurder met specerijen
kremer (L364p Meeuwen),
staat met een kraam op de foor
kreimer (L364p Meeuwen)
|
Kramer. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
33896 |
krampig |
(het heeft) krampen:
krampǝ (L364p Meeuwen),
krampig:
kręmpǝx (L364p Meeuwen)
|
Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c]
I-9
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
gazet (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen),
gezet (L364p Meeuwen),
gezeͅt (L364p Meeuwen)
|
een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] || krant [ZND 17 (1935)]
III-3-1
|
25034 |
krassen |
kretsen:
kretsə (L364p Meeuwen)
|
het geluid geven van een scherp voorwerp dat over een hard oppervlak schraapt [skratsen, krassen, kratsen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24339 |
krekel |
krekel:
krekel (L364p Meeuwen),
krēkəl (L364p Meeuwen)
|
krekel [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|