21501 |
krijt |
krijt:
ei stik wit kriet (L364p Meeuwen),
krīt (L364p Meeuwen),
stèk wit kriet (L364p Meeuwen)
|
Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)] || krijt [ZND m]
III-3-1
|
17861 |
krioelen |
krioelen:
kriylə (L364p Meeuwen)
|
Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (event. met veel lawaai) (krioelen, broeliën, krielen, kriewelen, kriemelen, wriemelen, wriemelen, grimmelen, wemelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18071 |
kroep |
kroep:
krop (L364p Meeuwen)
|
Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17579 |
kroeshaar |
kroezelhaar:
kryzəlhōͅr (L364p Meeuwen)
|
kroeshaar [N 10 (1961)]
III-1-1
|
25010 |
krom, met bochten |
krom:
kromp (L364p Meeuwen)
|
afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17894 |
krommen, ombuigen |
buigen:
bɛigə (L364p Meeuwen)
|
Krommen: een kromme, gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21502 |
kroon |
kroon:
krū[ə}n (L364p Meeuwen),
kroontje:
krī[ə}nkə (L364p Meeuwen)
|
kroon [ZND m]
III-3-1
|
19586 |
kroonkandelaar, luster |
luster:
løstər (L364p Meeuwen)
|
hangende luchter, kroonkandelaar
III-2-1
|
30146 |
kroonlijst |
kornismetselwerk:
kǝrnesmē̜tsǝlwē̜rǝk (L364p Meeuwen)
|
Uitspringende sierstrook van bakstenen boven aan de gevel, juist onder de dakgoot. Het woordtype 'muizetand' is specifiek van toepassing op een laag metselwerk waarbij de koppen van de stenen overhoeks worden gelegd, zodat de driehoekige voorsprongen schuine tanden vormen. [N 31, 30a; L 12, 9; monogr.; div.]
II-9
|
21560 |
kruidenier |
kruidenier:
kruidenier (L364p Meeuwen),
winkelier:
winkelier (L364p Meeuwen),
winkelierster:
geen afgeleid woord van bedienen
winkelierster (L364p Meeuwen)
|
een winkelier, kleine handelaar in koffie, thee, rijst, meel, zout, zeep, gedroogde vruchten, specerijen enz. [kruidenier, epicier, komenij] [N 89 (1982)] || Iemand in een winkel bedienen. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|