20492 |
likken |
lekken:
lekken (L364p Meeuwen),
lèkke (L364p Meeuwen)
|
likken; Hoe noemt U: Met de tong over iets heen en weer gaan om zo het voedsel op te nemen (likken, lekken, leppen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20904 |
limonade |
limonade:
lIməna.t (L364p Meeuwen)
|
limonade
III-2-3
|
24486 |
linde |
lindeboom:
lenəbø͂ͅyəm (L364p Meeuwen),
li-jnebuîm (L364p Meeuwen)
|
lindeboom
III-4-3
|
21478 |
liniaal |
lat:
ps. omgespeld volgens RND!
lat (L364p Meeuwen),
regel:
ps. omgespeld volgens RND!
rīgəl (L364p Meeuwen)
|
een dunne rechte lat met een maatverdeling om er lijnen langs te trekken [liniaal, linie, regel, regelet] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33765 |
linkerkant van het paard |
binnenkant:
binnenkant (L364p Meeuwen)
|
Kant waar de voerman het paard leidt. [N 8, 9 en 10]
I-9
|
17867 |
links, linkshandig |
links:
links (L364p Meeuwen)
|
iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|
22888 |
linksachter |
linksback (<eng.):
[bak]
linksback (L364p Meeuwen)
|
Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
17869 |
linkshandig persoon |
linkse, een -:
n lingse (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen),
n linkse (L364p Meeuwen)
|
iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)] || iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|
22881 |
linksvoor |
linksbuiten:
linksbuiten (L364p Meeuwen)
|
Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
30160 |
lintvoeg |
lintvoeg:
lent˲[voeg] (L364p Meeuwen)
|
Horizontale voeg. Zie ook afb. 41. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(voeg)' het lemma 'Voeg'. [N 32, 29b; monogr.]
II-9
|