17839 |
middagdutje doen |
ungeren slapen:
Samen of twee woorden???
inərə slo.pə (L364p Meeuwen)
|
middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20573 |
middagmaal |
eten:
ɛ.tə (L364p Meeuwen),
middag, de -:
middeg (L364p Meeuwen),
minnig (L364p Meeuwen),
De middig waas nog neet vèrig
middig (L364p Meeuwen),
middageten:
12 uur
middag(eten) (L364p Meeuwen)
|
het middagmaal || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || middagmaal, eten (znw.) || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: middag [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
22478 |
middelste kegel |
gek:
gek (L364p Meeuwen),
koning:
kuning (L364p Meeuwen)
|
Hoe heet de middelste kegel in het kegelspel? [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
34598 |
middelste rongblok |
pulm:
pę.lǝm (L364p Meeuwen)
|
Middelste van de drie rongblokken van een hoogkar of een wagen. De woordtypen pulm, pulf, pulver, pulp en pul staan voor een specifiek rongblok, dat ter versteviging diende en geen rongen had. In het materiaal kwamen vaak benamingen voor die ook bij het meer algemene "rongblok" gegeven waren. Vanwege hun algemene karakter zijn die hier niet meer opgenomen. [N 17, 13b + 44h; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2b]
I-13
|
17668 |
middelvinger |
middenvinger:
midəviŋər (L364p Meeuwen)
|
Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
33785 |
middendeel van het paard |
pens:
pɛ.ns (L364p Meeuwen),
romp:
ro.mp (L364p Meeuwen)
|
De middel- of middenhand van het paard, in tegenstelling met ''voorste deel van het paard tot achter de voorbenen'' (3.1.3) en ''achterhand van het paard'' (3.3.14). [JG 1a, 1b; N 8, 12]
I-9
|
31586 |
middennaafbanden |
dombanden:
domban (L364p Meeuwen)
|
De ijzeren banden om het brede gedeelte van de naaf, aan weerszijden van de spaken. Zie ook afb. 214 en de lemmata ɛmuilbandɛ en ɛachternaafbandɛ.' [N G, 43e; N 17, 60; JG 1a; JG 1b; L 39, 22 add.; monogr.; div.]
II-11
|
17690 |
middenrif |
middenrif:
midərif (L364p Meeuwen)
|
Middenrif: spierachtig vlies tussen borst- en buikholte (rand, middelrif, middelvlies). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
22877 |
midvoor |
centervoor:
sentərvɛ.r (L364p Meeuwen)
|
Midvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
24352 |
mier |
zeiksworm:
zɛ̄əkswɛrəm (L364p Meeuwen),
zeikworm:
zeîkwörm (L364p Meeuwen)
|
mier
III-4-2
|