17551 |
papperig, opgeblazen persoon |
papzak:
papzak (L364p Meeuwen)
|
dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
18194 |
paraplu |
paraplu:
parəpli (L364p Meeuwen),
pereplie (L364p Meeuwen)
|
paraplu [ZND 40 (1942)]
III-1-3
|
20560 |
parelen |
borrelen:
borrelen (L364p Meeuwen)
|
parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21950 |
paren van de duiven |
paren:
pā.rə (L364p Meeuwen)
|
Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)]
III-3-2
|
18406 |
parfum |
parfum:
parfum (L364p Meeuwen)
|
reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
23231 |
pasen |
pasen:
late poasen (L364p Meeuwen)
|
Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)]
III-3-3
|
21217 |
pasfoto |
pasfoto:
ps. omgespeld volgens RND!
pasfoto (L364p Meeuwen)
|
de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34046 |
pasgeboren kalf |
nuchter kalf:
nēxtǝrǝ [kalf] (L364p Meeuwen)
|
[N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
21202 |
paspoort |
pas:
ps. omgespeld volgens RND!
pas (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen)
|
het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
28897 |
paspop |
paspop:
paspop (L364p Meeuwen)
|
Pop waarop men gemaakte kleren past. Er zijn verschillende soorten paspoppen, bijv. harnassen van metalen ringetjes die van voren of van achteren kunnen worden gesloten of pasvormen van geprepareerd papier of karton (Morand, pag. 35). Er bestaan echter ook standaard-paspoppen, zowel voor mannen, vrouwen als kinderen. [N 59, 33]
II-7
|