e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
populier (alg.) canada: kanədārə (Meeuwen) populier III-4-3
porringdraad koord: kō ̝rt (Meeuwen) De draad waarmee de boog wordt afgetekend. Eén uiteinde van de draad wordt vastgehecht in het porringpunt, met het andere wordt de boog bepaald. Uit de woordtypen 'metselkoord' (L 292), 'metskoord' (Q 83), 'metsdraad' (L 360) en 'metseltouw' (L 432, Q 111) blijkt dat ook het 'metselkoord' als porringdraad werd gebruikt. In L 414 werd het aftekenen met behulp van een 'klokpasser' ('klǫkpasǝr') gedaan. [N 32, 17f] II-9
porringpunt centerpunt: sɛndǝrpø̜nt (Meeuwen), de draai: dǝn drɛj (Meeuwen) Het middelpunt van de cirkel waarvan een te metselen boog een segment is. In het 'porringpunt' wordt de porringdraad vastgehecht. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Porringdraad'. [N 32, 17e; monogr.] II-9
portefeuille portefeuille (fr.): portefeuille (Meeuwen), portefiel (Meeuwen), portəfil (Meeuwen) de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] || portefeuille III-3-1
portemonnee, beurs geldbuidel: Sub bugel, sam. geldbugel.  geldbigəl (Meeuwen), portemonnee (<fr.): eine leère portemenaie (Meeuwen), leiren portemenee (Meeuwen), portəmone. (Meeuwen) bugel, sam. geldbugel || Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)] || portemonnaie III-3-1
portret, foto foto: NB fotograferen: [fot\\graf.r\\].  foto (Meeuwen), portret (<fr.): portrèt (Meeuwen), pərtrɛt (Meeuwen) Foto. || Portret. [ZND 40 (1942)] III-3-2
postbode facteur (fr.): faktoe.r (Meeuwen), ps. omgespeld volgens RND!  faktēͅr (Meeuwen) de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] || postbode [RND] III-3-1
postelein postelein: poͅstleͅi.n (Meeuwen) [Goossens 1b (1960)] I-7
postkoets postkoets: ps. omgespeld volgens RND!  poskyts (Meeuwen) een reiswagen in geregelde dienst voor het vervoer van passagiers [postkoets, post, postkaars, diligence] [N 90 (1982)] III-3-1
postzegel timbre (fr.): taembər (Meeuwen), ps. omgespeld volgens RND!  tɛmbər (Meeuwen) het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)] || postzegel III-3-1