e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
punthamertje plaveienhamertje: plavęjǝhē̜mǝrkǝ (Meeuwen) Hamertje waarmee men gaatjes in een tegel kan slaan. De kop van het hamertje heeft daartoe doorgaans een kegelvormig, spits toelopend uiteinde. In Q 98 werd voor het maken van gaatjes in een tegel een 'boortje' ('bø̄rkǝ') gebruikt. [N 32, 42c] II-9
purper paars: paars (Meeuwen) Hoe heet de kleur, die de overgang vormt tussen rood en blauw; de kleur van de bekleedsels die in de Goede Week over de kruisbeelden worden gehangen? [ZND 38 (1942)] III-3-3
purper, paarsrood purper: pørpər (Meeuwen) de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)] III-4-4
put zonk: zǫŋk (Meeuwen) Terugwijkend gedeelte van het metselwerk van een muur. [N 31, 47a] II-9
putter putter: pötter (Meeuwen) distelvink III-4-1
pyama pyjama {piama}: [sic]  pizəma (Meeuwen) pyjama III-1-3
raad raad: oppen door wis ich mich geine road miêr  road (Meeuwen) raadgeving III-1-4
raadsel raadsel: raotsəl (Meeuwen), Dich spriks in roadsels: je spreekt voor mij onverstaanbare taal  roadsel (Meeuwen) raadsel III-1-4
raadsel(tje) raadsel(tje): roͅ.tsəl (Meeuwen) Raadsel. III-3-2
raam raam: rām (Meeuwen  [(+)]  ), venster: venstǝr (Meeuwen  [(+)]  ) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9