30147 |
sierlaag |
band in metswerk:
bānt˱ in mɛtswē̜rǝk (L364p Meeuwen)
|
Niet-uitspringende sierlaag van bakstenen met een andere kleur die in het metselwerk wordt verwerkt. [N 31, 30f]
II-9
|
20879 |
sigaar |
sigaar:
səga:r (L364p Meeuwen)
|
sigaar
III-2-3
|
20569 |
sigarenpijpje |
sigarettenpijpje:
sigréttepĭĕpke (L364p Meeuwen)
|
sigaarhouder; Hoe noemt U: Pijpje waarin men een gedeeltelijk opgerookte sigaar steekt om hem helemaal op te kunnen roken (spit) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20880 |
sigaret |
sigaret:
səgrɛt (L364p Meeuwen)
|
sigaret
III-2-3
|
28694 |
sikkel |
zikkel:
zī.kǝl (L364p Meeuwen)
|
Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c]
I-5
|
20791 |
sinaasappel |
appelsien:
appelsien (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen)
|
sinaasappel [DC 48 (1973)], [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|
33981 |
singel |
riem van de zadel:
rēm van ǝ zāl (L364p Meeuwen),
singel:
se.ŋǝl (L364p Meeuwen
[(rijpaard)]
)
|
Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.]
I-10
|
22447 |
sint-bavo |
bamis:
bamis (L364p Meeuwen)
|
Het feest van St. Bavo (mis) op 1 oktober [Bavo, bamis, bavomis]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22799 |
sint-maarten |
sint-maarten:
sint marten (L364p Meeuwen)
|
Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)]
III-3-2
|
22765 |
sint-maartensvuur |
sint-maartensvuur:
st maartensvuur (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen),
st. maartensvuur (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen)
|
Welk jaarvuur kent (kende) men bij u (b.v. Vasten-, Paas-, of St.-Maartensvuur)? [ZND 17 (1935)]
III-3-2, III-3-3
|