e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sierlaag band in metswerk: bānt˱ in mɛtswē̜rǝk (Meeuwen) Niet-uitspringende sierlaag van bakstenen met een andere kleur die in het metselwerk wordt verwerkt. [N 31, 30f] II-9
sigaar sigaar: səga:r (Meeuwen) sigaar III-2-3
sigarenpijpje sigarettenpijpje: sigréttepĭĕpke (Meeuwen) sigaarhouder; Hoe noemt U: Pijpje waarin men een gedeeltelijk opgerookte sigaar steekt om hem helemaal op te kunnen roken (spit) [N 80 (1980)] III-2-3
sigaret sigaret: səgrɛt (Meeuwen) sigaret III-2-3
sikkel zikkel: zī.kǝl (Meeuwen) Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c] I-5
sinaasappel appelsien: appelsien (Meeuwen, ... ) sinaasappel [DC 48 (1973)], [ZND 40 (1942)] III-2-3
singel riem van de zadel: rēm van ǝ zāl (Meeuwen), singel: se.ŋǝl (Meeuwen  [(rijpaard)]  ) Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.] I-10
sint-bavo bamis: bamis (Meeuwen) Het feest van St. Bavo (mis) op 1 oktober [Bavo, bamis, bavomis]. [N 88 (1982)] III-3-2
sint-maarten sint-maarten: sint marten (Meeuwen) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-2
sint-maartensvuur sint-maartensvuur: st maartensvuur (Meeuwen, ... ), st. maartensvuur (Meeuwen, ... ) Welk jaarvuur kent (kende) men bij u (b.v. Vasten-, Paas-, of St.-Maartensvuur)? [ZND 17 (1935)] III-3-2, III-3-3