29989 |
cement |
droge cement:
drīgǝ sǝmɛnt (L364p Meeuwen),
normaal cement:
normal sǝmɛnt (L364p Meeuwen)
|
Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.]
II-9
|
32895 |
cementen strekel |
cementen streek:
sǝmę.ntǝ [streek] (L364p Meeuwen)
|
Houten lat van ongeveer 40 cm., waarop aan beide zijden een laagje cement (amaril) is aangebracht. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 9, nummer 4. Waar het woord(deel) streek of strekel identiek is aan de opgave voor "strekel" in dezelfde plaats, wordt door middel van de notatie (streek) of (strekel) voor de fonetische documentatie verwezen naar het lemma ''strekel''. [JG 1a, 1b; add. uit N 18, 80 en 82]
I-3
|
29999 |
cementmortel |
metsmortel:
mɛts[mortel] (L364p Meeuwen)
|
Mortel, bestaande uit cement en zand. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(mortel)', '-(spijs)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 37e; monogr.]
II-9
|
25313 |
centiare, maat van 1 m2 |
centiare:
sentija.r (L364p Meeuwen)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 1 vierkante meter [centiare, centiaar] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19780 |
centrale verwarming |
verwarming:
vərwɛ̄rmeŋ (L364p Meeuwen)
|
verwarming
III-2-1
|
19490 |
centrifuge |
zwierder:
zwierder (L364p Meeuwen)
|
Toestel met tegen elkaar draaiende cilinders om gewassen linnengoed glad te maken (mangel, wringer) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20837 |
cervelaatworst |
cervelas (fr.):
sɛrvəla (L364p Meeuwen)
|
cervela
III-2-3
|
18824 |
chagrijn |
chagrijn:
det jònk is ein echt sjadreng viêr zi-jn auwers
sjadreng (L364p Meeuwen),
mistroostig:
Syn. mismodig hèè kèèk al ève mismodig noa al det mistriêstig gedoons
mistriêstig (L364p Meeuwen)
|
chagrijn, bitter verdriet || mistroostig
III-1-4
|
20913 |
champignon |
champignon:
sjabbeljòng (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen),
Sjabbeljòngkes kan men inne sop doon of in de saus
sjabbeljòng (L364p Meeuwen),
WLD
champignon (L364p Meeuwen)
|
champignon || Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon). [N 92 (1982)] || kampernoelie
III-2-3, III-4-3
|
19116 |
chic |
chic (fr.):
sjiek (L364p Meeuwen)
|
chic
III-1-4
|