32625 |
enkele kunstmestsoorten |
zwarte:
zwartǝ (L364p Meeuwen)
|
In dit lemma is een aantal (verzamel)termen voor moderne kunstmestsoorten bijeengezet. De opsomming is verre van volledig, omdat naar het gebruik en de uitspraak van evt. regionale en algemene benamingen voor de verschillende kunstmeststoffen niet overal, noch genoegzaam werd geïnformeerd. [N 11A, 62b; N 11, 27 add.; N P, 8 + 9 add.; div.; monogr.]
I-1
|
33605 |
enten |
gruffelen:
grøfələ (L364p Meeuwen)
|
[RND 08]
I-7
|
21204 |
envelop |
envelop (<fr.):
ps. omgespeld volgens RND!
amvəloͅp (L364p Meeuwen)
|
de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17985 |
epidemie |
epidemie:
epidemi (L364p Meeuwen)
|
Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19013 |
er heet aan toegaan |
spannen:
spanə (L364p Meeuwen)
|
er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22433 |
ereboog |
ark:
ark (L364p Meeuwen),
boog:
boog (L364p Meeuwen)
|
Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
33610 |
erf |
geleg:
gəlēx (L364p Meeuwen)
|
I-7
|
20203 |
erfdeel |
erfdeel:
èrrəvdééjl (L364p Meeuwen)
|
erfdeel
III-2-2
|
20217 |
erfenis |
erfenis:
erfenis (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen),
èrfənis (L364p Meeuwen)
|
erfenis || het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)]
III-2-2, III-3-1
|
20300 |
erfgenaam |
erfgenaam:
erfgenaam (L364p Meeuwen, ...
L364p Meeuwen)
|
degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|