23992 |
de absolutie geven |
absolutie (<fr.) geven:
absolutie gève (L265p Meijel),
apsəlysi gēͅvə (L265p Meijel)
|
De absolutie geven [absolvere]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23256 |
de avond luiden |
avond luiden:
ōͅvənt lø͂ͅjə (L265p Meijel),
het avondklokje luiden:
aovendklokske (L265p Meijel)
|
Het angelus luiden aan het begin van de avond [het luidt......?] [de koster luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18898 |
de baas spelen |
beheren:
behere (L265p Meijel),
de baas spelen:
de bas speulen (L265p Meijel),
dən bas speulə (L265p Meijel),
gelijk hebben:
geliek hebben (L265p Meijel),
regeren:
de zaak regeren (L265p Meijel)
|
de baas spelen, het voor het zeggen willen hebben [oversukkelen] [N 85 (1981)] || de verantwoording hebben over een zaak of instelling [beheren, regeren] [N 85 (1981)] || een sterke neiging tot heersen of overheersen hebbend [heerzaam, heerzuchtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22542 |
de bezem uitsteken |
bezem (zn.):
bezem (L265p Meijel),
bezem hebben:
bissem hébbe (L265p Meijel),
bezem houden:
besəm heͅbə (L265p Meijel)
|
Bezem hebben: feest dat door de kinderen gegeven wordt als de ouders uit huis zijn. || Het feest dat door de kinderen gegeven wordt als vader en moeder uit huis zijn [bezemen, bezem hebben, de bezem uitsteken]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
29046 |
de binnenvulling vastnaaien |
pikeren:
pikērǝ (L265p Meijel)
|
De diverse delen van de binnenvulling aan elkaar naaien. [N 59, 112]
II-7
|
25432 |
de buik opensnijden |
opensnijden:
ōpǝsnęjǝ (L265p Meijel),
pens opensnijden:
pɛns ōpǝsnęjǝ (L265p Meijel)
|
De buik opensnijden om de ingewanden eruit te kunnen halen. [N 28, 56; monogr.]
II-1
|
23888 |
de catechismusles bijwonen |
catechismusles bijwonen:
katəgesməslɛs bējwōnə (L265p Meijel)
|
De katechismusles bijwonen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23892 |
de catechismusles verzuimen |
de catechismusles verzuimen:
katəgesməslɛs vərzymə (L265p Meijel)
|
De katechismusles verzuimen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24052 |
de communie brengen aan een zieke |
de communie (<lat.) brengen:
də kəmyni breͅŋə (L265p Meijel)
|
De communie brengen aan een zieke thuis, bijv. op de eerste vrijdag van de maand [inne ózzen Herrejot bringe, inne verzieë]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20445 |
de dode naar de kerk brengen |
helpen dragen:
hɛlpə drāgə (L265p Meijel)
|
het lijk naar de kerk brengen [bijv. door buurtbewoners] [N 96D (1989)]
III-2-2
|