23686 |
de missie preken |
de missie (<fr.) preken:
de missie preken (L265p Meijel),
geloofsbelijdenis:
geloofsbeleidenis (L265p Meijel)
|
De missie preken. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28612 |
de moederkorf afkloppen |
trommelen:
tromǝlǝ (L265p Meijel)
|
Bij het jagen de onderste korf of moederkorf met beide handen gedurende ongeveer een kwartier van onderen naar boven bekloppen. Zie ook het lemma Jagen. [N 63, 88a; monogr.]
II-6
|
23261 |
de morgen luiden |
de morgensklok luiden:
maergesklok (L265p Meijel),
morgen luiden:
mɛ̄rəgə lø͂ͅjə (L265p Meijel)
|
Het angelus luiden in de ochtend [de morgenklok?] [het luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
29406 |
de muts bleken |
bleken:
blęjkǝ (L265p Meijel)
|
Bleken van de muts, vooral in de zon op het bleekveld. [N 61, 14b]
II-7
|
29405 |
de muts wassen |
wassen:
wasǝ (L265p Meijel)
|
Wassen van de muts. Alvorens men de muts waste, zette men die in de week. Eerder had men die uit elkaar gehaald en karkas en draad verwijderd. Volgens de informant van L 265 wilden sommige vrouwen dat, als de muts gewassen moest worden, de echte kant eraf werd getornd, de tule losgehaald en vernieuwd werd. Daarna werd de kostbare kant er weer aangezet. De muts leek dan weer nieuw. [N 61, 14a]
II-7
|
23475 |
de noodklok luiden |
de klokken luiden:
də kloͅkə lø͂ͅjə (L265p Meijel),
ontbarmelend luiden:
#NAME?
et loejt entbarmellent (L265p Meijel)
|
Het luiden van deze klok. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
25436 |
de organen verwijderen |
binnenste deruithalen:
benǝnst drøtj hǭlǝ (L265p Meijel)
|
Als het dier opgehangen is, snijdt de slachter de buik open, waarna hij de ingewanden verwijdert. Daarna haalt hij de organen (hart, lever e.d.) eruit. Zie ook het lemma ''ingewanden verwijderen''. [N 28, 87]
II-1
|
25515 |
de oven op temperatuur brengen |
stoken:
stōkǝ (L265p Meijel)
|
Voor het bakken moet de oven op tempera-tuur gebracht worden. Volgens de informant van L 269a is die juiste temperatuur ± 200°C. De laatste twee woordtypen geven de benaming voor die goede hitte. Volgens verschillende informanten moet de oven zo lang gestookt worden, totdat de wanden of de hemel van de oven wit worden. Met de vrije hand werd vroeger gecontroleerd of de baklucht heet genoeg was (volgens informant van L 291), tegenwoordig gebeurt dat controleren met de thermostaat (volgens informant van Q 121). [N 29, 9; N 29, 10]
II-1
|
25521 |
de oven reinigen |
dweilen:
dwęjlǝ (L265p Meijel),
schoonmaken:
šon mākǝ (L265p Meijel)
|
Het object "oven" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 12c; OB 2, 2c add.; monogr.]
II-1
|
22117 |
de persoon die samen met de duivemelker de geloste duiven opwacht |
kameraad:
kamərōͅt (L265p Meijel),
poster:
poster (L265p Meijel)
|
Hoe zegt men: de persoon die samen met de duivemelker de geloste duiven opwacht? [N 93 (1983)]
III-3-2
|