e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duwen duwen: dòuwə (Meijel) duwen [RND] III-1-2
duwer van de aanaardhandploeg staart: start (Meijel) Zie de toelichting bij het lemma Aanaardhandploeg. [N 18, 46c] I-5
dwangbuis dwangbuis: dwangbeusj (Meijel), dwangbuus (Meijel) een op de rug sluitend jasje met lange mouwen om in razernij verkerende krankzin-nigen het gebruik van hun armen te ontnemen [dwangbuis, zotkapootje] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalk biels: biels (Meijel), bĭĕls (Meijel), dwarsligger: dwarsliggers (Meijel) de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalk van de hooihark balk: balǝk (Meijel) De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b] I-3
dwarsbouwers scheefwerkers: šęfwę̄rkǝrs (Meijel) Bijen die dwars of kruisgewijze door de korf heen bouwen. [N 63, 17d; N 63, 17c] II-6
dwarsdrijver dwarsboom: dwarsboom (Meijel), dwarsligger: dwarslegger (Meijel), dwarsligger (Meijel) iemand die zonder goede reden altijd tegen spreekt; die altijd anders wil dan de meerderheid [dwarserik] [N 85 (1981)] III-1-4
dwarskap dwarskap: dwarskap (Meijel  [(Emma / Maurits)]   [Maurits]) Kap die in de dwarsrichting van de pijler of de mijngang wordt geplaatst. De dwarskap is extra versterkt en bestaat uit twee elementen. Zij wordt gelegd op de plaats waar vanuit een steengang een galerij wordt begonnen. Zij moet extra stevig zijn omdat, al naar gelang de hoek die de galerij ten opzichte van de steengang maakt, één of meer kappen van de galerij met één uiteinde op de dwarskap rusten. [N 95, 303; monogr.; Vwo 105; Vwo 297; Vwo 299; Vwo 352; Vwo 792] II-5
dwaze streek stomme streek: ⁄n stomme streek (Meijel), vuile streek: vuilstreek (Meijel) een dwaze streek [woei] [N 85 (1981)] III-1-4
dwaze, onbezonnen daad actie: aksie (Meijel), onbezonnen werk: onbezonne werk (Meijel) een dwaze onbezonnen daad [akt, actie, kapsie] [N 85 (1981)] III-1-4