17895 |
duwen |
duwen:
dòuwə (L265p Meijel)
|
duwen [RND]
III-1-2
|
33196 |
duwer van de aanaardhandploeg |
staart:
start (L265p Meijel)
|
Zie de toelichting bij het lemma Aanaardhandploeg. [N 18, 46c]
I-5
|
21732 |
dwangbuis |
dwangbuis:
dwangbeusj (L265p Meijel),
dwangbuus (L265p Meijel)
|
een op de rug sluitend jasje met lange mouwen om in razernij verkerende krankzin-nigen het gebruik van hun armen te ontnemen [dwangbuis, zotkapootje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21165 |
dwarsbalk |
biels:
biels (L265p Meijel),
bĭĕls (L265p Meijel),
dwarsligger:
dwarsliggers (L265p Meijel)
|
de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
32912 |
dwarsbalk van de hooihark |
balk:
balǝk (L265p Meijel)
|
De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b]
I-3
|
28467 |
dwarsbouwers |
scheefwerkers:
šęfwę̄rkǝrs (L265p Meijel)
|
Bijen die dwars of kruisgewijze door de korf heen bouwen. [N 63, 17d; N 63, 17c]
II-6
|
19345 |
dwarsdrijver |
dwarsboom:
dwarsboom (L265p Meijel),
dwarsligger:
dwarslegger (L265p Meijel),
dwarsligger (L265p Meijel)
|
iemand die zonder goede reden altijd tegen spreekt; die altijd anders wil dan de meerderheid [dwarserik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
27908 |
dwarskap |
dwarskap:
dwarskap (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Maurits])
|
Kap die in de dwarsrichting van de pijler of de mijngang wordt geplaatst. De dwarskap is extra versterkt en bestaat uit twee elementen. Zij wordt gelegd op de plaats waar vanuit een steengang een galerij wordt begonnen. Zij moet extra stevig zijn omdat, al naar gelang de hoek die de galerij ten opzichte van de steengang maakt, één of meer kappen van de galerij met één uiteinde op de dwarskap rusten. [N 95, 303; monogr.; Vwo 105; Vwo 297; Vwo 299; Vwo 352; Vwo 792]
II-5
|
18802 |
dwaze streek |
stomme streek:
⁄n stomme streek (L265p Meijel),
vuile streek:
vuilstreek (L265p Meijel)
|
een dwaze streek [woei] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18904 |
dwaze, onbezonnen daad |
actie:
aksie (L265p Meijel),
onbezonnen werk:
onbezonne werk (L265p Meijel)
|
een dwaze onbezonnen daad [akt, actie, kapsie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|