e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een pasgetrouwde vrouw de weg versperren spertijd?: spertitj (Meijel) Het gebruik om een pasgetrouwde vrouw de weg te versperren naar haar woning. [N 88 (1982)] III-3-2
een pen verliezen een pen stoten: ən pɛ̄n stuətə (Meijel) Hoe zegt men: af en toe een pluim of pen verliezen? [N 93 (1983)] III-3-2
een pijnscheut veroorzaken trekken: trekken (Meijel) Sterke kriebeling of trekking door pijn veroorzaken (morren). [N 84 (1981)] III-1-2
een priktol bovenhands uitwerpen raken: raakke (Meijel) Een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen]. [N 88 (1982)] III-3-2
een riek mest riek (mest): rīk (Meijel) Een riek mest is de hoeveelheid mest die men in één keer met de riek kan opnemen. Die hoeveelheid is kleiner naarmate de mest meer verteerd is en daardoor gemakkelijker uiteenvalt. Van de termen die in dit lemma voorkomen, zijn er sommige (ook) van toepassing op een brok of klont mest: een aaneenklevende, weke massa goed verteerde mest. [N M, 12a; JG 1a + 1b + 2c; N 11A, 14; monogr.] I-1
een ring maken ring maken: reŋk mākǝ (Meijel), turf op de ring werken: tø̜rǝf op dǝ reŋk wē̜rǝkǝ (Meijel) Na het opstuiken zet men de turven in ringen, turfhopen van negen turven dik hoog. [II, 80d] II-4
een roede steken (een) roede steken: ruj stɛ̄kǝ (Meijel) Een nieuwe roede in de askop plaatsen. [N O, 7m] II-3
een rozenhoedje bidden nostertje bidden: nøstərkə bedə (Meijel), rozenkrans beden: de raozekrans beeje (Meijel) Een Rozenhoedje bidden [de roozekrans bèèje, ziech der roeëzekrans beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een ruit plaatsen inzetten: enzętǝ (Meijel) Een ruit in de sponning plaatsen en met behulp van kleine spijkertjes, glaspennen en stopverf vastzetten. [N 67, 90c; monogr.] II-9
een spel kaarten spel: spul (Meijel), spøl (Meijel), stok: stook (Meijel), stoͅk (Meijel) Een spel kaarten [stok, spel, speul]. [N 88 (1982)] || Spel: spel kaarten. III-3-2