e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
erf en omliggende landerijen boerderij: burdǝrē̜i̯ (Meijel) De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23] I-8
erfenis erfenis: erfenis (Meijel), Gezegde: aan de pot zijn.  erfenis (Meijel) het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
erfgenaam erf: èrf (Meijel), erfgenaam: erfgenaam (Meijel), èrfgənaam (Meijel) degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
ergens buiten het hok blijven zitten blijven zitten: zetə blīvə (Meijel) Hoe zegt men: het blijven zitten ergens buiten het hok? [N 93 (1983)] III-3-2
ericaborstel ericaborstel: ērikābōrstǝl (Meijel) Bepaald soort borstel met beweeglijke stalen pennen die de heidehoning in de raat moet losmaken, voordat hij geslingerd wordt. Sommige honingsoorten, met name de heidehoning, laten zich niet gemakkelijk slingeren door hun eigenschap van vast worden. Deze honing moet dan eerst door een borstel of iets dergelijks losgemaakt worden. Voor het gebruik moet men de borstel opwarmen. [N 63, 125a; monogr.] II-6
erlangs werken langswerken: laŋswē̜rkǝ (Meijel  [(Emma / Maurits)]   [Winterslag, Waterschei]) Een doorgang van 50 cm (Q 15, mijn Maurits) tot 1 meter (Q 121, mijn Wilhelmina) breed langs het koolfront maken. Op de mijn Maurits werd volgens de invuller uit Q 15 tijdens het "erlangswerken" niet ondersteund. Dat werd pas gedaan, wanneer men tot ongeveer 1.20 m had ingekerfd en er een kophout kon worden geplaatst. Successievelijk werd dan over de hele pijler op deze wijze ontkoold, meter voor meter. Elke 5 à 7 meter - dat verschilde van laag tot laag - bevond zich een man die zo werkte. De daaropvolgende dienst begon op zo''n eerste ondersteuning weer in te kerven tot de zogenaamde pandbreedte, ongeveer 2.20 m, en plaatste meter voor meter de definitieve ondersteuning terwijl het kophout weggenomen werd. Uiteraard veranderde deze werkwijze toen de eerste schuifpijlers en later de mechanisatiepijlers in gebruik werden genomen. Toen was het koolfront geheel stijlvrij. In de Belgische mijnen werd tijdens het "erlangswerken" gelijk ook een ondersteuning in de vorm van kophouten geplaatst. Zie de semantische toelichting bij het lemma Doorgang. [N 95, 510; monogr.; N 95A, 11] II-5
ernstig menens: menens (Meijel), menje (Meijel), serieus: serieus (Meijel), sirjeus (Meijel) van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)] III-1-4
ertussenuit knijpen (vgl. wbd) wegpiepen: weg pipe (Meijel) zonder verlof zijn post verlaten [poffen, op de pof gaan, op zijn smoel afkomen] [N 90 (1982)] III-3-1
erwt, algemeen erwt: èèrət (Meijel), ɛǝrt (Meijel) Hoe noemt u de volgende peulgewassen: erwt (pisum sativum - fam. papilionaceae) [N 71 (1975)] || Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5, I-7
erwten- of bonenranken ranken: rèènd (Meijel) [N Q (1966)] I-7