23700 |
gebed |
gebed:
gebed (L265p Meijel),
gəbɛt (L265p Meijel)
|
Een gebed, [jebed?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23701 |
gebeden |
gebeden:
gebeeje (L265p Meijel),
gəbējə (L265p Meijel)
|
De gebeden meervoud. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23679 |
gebedsweek |
bidweek:
bidweek (L265p Meijel)
|
Een gebedsweek. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23476 |
gebeier |
gebeier:
gəbeͅjər (L265p Meijel),
gejammer:
gejammer (L265p Meijel)
|
Het gelui, het gebeier van de klok(ken). [N 96A (1989)]
III-3-3
|
30717 |
gebladderd |
geblaard:
gǝblort (L265p Meijel)
|
Gezegd van schilderwerk waarvan de verflagen blaren vertonen. [N 67, 69b; L 32, 78; monogr.]
II-9
|
30037 |
gebluste kalk |
leskalk:
leskalǝk (L265p Meijel),
poederkalk:
pujǝrkalǝk (L265p Meijel)
|
Ongebluste kalk die met water is aangelengd. Zie ook het lemma 'Kalk blussen'. Gebluste kalk wordt gebruikt bij de bereiding van mortel. Woordtypen als 'stubkalk', 'poederkalk', 'poeder' en 'zakjeskalk' verwijzen naar schelpkalk die direct na het branden droog geblust wordt en in poedervorm op de bouwplaats wordt aangeleverd. [N 30, 30a; N 30, 30b; N 30, 30c; N 30, 32f; monogr.]
II-9
|
22513 |
geboortefeest |
kindjeskoffie:
kientjeskoffie (L265p Meijel),
kindjeskoffie (L265p Meijel)
|
De feestelijke koffiemaaltijd die de kraamvrouw na de kerkgang thuis hield met de vrouwen uit de buurt [kindjeskoffie, kindjeskermis?]. [N 96B (1989)] || Het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
33879 |
geboorteomhulsel van een veulen |
net:
net (L265p Meijel)
|
Het vruchtvlies dat na de geboorte van het veulen afkomt. Als de merrie het veulen alleen ter wereld brengt, stikt het veulen meestal in de zak, die zo sterk is, dat hij met behulp van een mes of scherp voorwerp geopend moet worden. [N 8, 54, 55 en 56]
I-9
|
20182 |
geboren worden |
geboren:
geboren (L265p Meijel),
geboren werden:
cf. Schuermans s.v. "werden (weerden, weren)
gəbórrə wéérə (L265p Meijel),
jongen:
jonge (L265p Meijel)
|
Geboren worden (jong zijn). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
18335 |
gebreide kous |
breihoos:
breihoos (L265p Meijel, ...
L265p Meijel,
L265p Meijel,
L265p Meijel)
|
breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)]
III-1-3
|