18254 |
gesp |
boksengesp:
boksəgɛsp (L265p Meijel),
gasp:
gasp (L265p Meijel),
gesp:
gasp (L265p Meijel, ...
L265p Meijel,
L265p Meijel),
klamp:
Van Dale: klamp.
klamp (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
siergesp:
sīrgɛsp (L265p Meijel),
sīrgɛ̄sp (L265p Meijel)
|
de gesp aan de broek [N 59 (1973)] || De gesp op bepaalde damesschoenen en sportieve modellen. [N 60, 33] || De gesp op bepaalde damesschoenen en sportieve modellen? [N 60 (1973)] || Gesloten, vaak min of meer vierkant beugeltje, gewoonlijk met een al of niet aan een afzonderlijke spil zittende tong, aan het ene einde van een riem enz. bevestigd en waardoor het andere einde gestoken wordt, dat dan door de tong in de ring vastgehouden wordt (Van Dale, pag. 903). [N 62, 53; MW; monogr.] || gesp || Hoe noemt U een gesp? [N 62 (1973)] || sluitgesp of haak aan de tailleband van een broek || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)]
II-10, II-7, III-1-3
|
33761 |
gespeend veulen |
gespeend veulen:
gǝspēnt vø̄lǝ (L265p Meijel)
|
Een veulen dat gespeend, niet meer gezoogd wordt. De ontwenning heeft tijdens de vierde of vijfde maand plaats. [N 8, 2b]
I-9
|
18475 |
gespenbottine |
gespbottine:
gɛspbotinə (L265p Meijel)
|
Kent u het woord gespenbottine? Wat betekent het, hoe ziet deze bottine er uit, en hoe spreekt u het woord uit? [N 60 (1973)]
III-1-3
|
30518 |
gespreid dak |
platdak:
plat˱dāk (L265p Meijel)
|
Strooien dak waarbij de schoven van alle deklagen met de boveneinden naar beneden zijn gericht. [N F, 46b]
II-9
|
25942 |
gestadige wind |
egalige wind:
ēgalegǝ wentj (L265p Meijel)
|
Een constante, niet stotende wind. [N O, 9d]
II-3
|
33428 |
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen |
stamper:
stampǝr (L265p Meijel)
|
De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b]
I-6
|
23515 |
gestichte mis |
gestichte mis:
gəstextə mes (L265p Meijel),
vastgestelde dienst:
vastgestelde dienst (L265p Meijel)
|
Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18543 |
gestreepte broek |
streepjesboks:
striepkesbŏks (L265p Meijel),
stripkəsboks (L265p Meijel),
Zie afb. 46 (p.70).
striepkesbóks (L265p Meijel)
|
broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] || de gestreepte broek van het jacquet [N 59 (1973)] || gestreepte broek van het jacquet of het korte zwarte pak
III-1-3
|
18519 |
getailleerd colbert |
getailleerd (<fr.) jasje:
gətaljērt jɛskə (L265p Meijel)
|
een getailleerd colbert [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18559 |
getailleerde jas |
schone overjas:
šoͅnə øͅvərjas (L265p Meijel)
|
geklede jas met taillenaad [N 59 (1973)]
III-1-3
|