e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
herfst, najaar herfst: herfst (Meijel), Herrest (Meijel), najaar: naojaor (Meijel, ... ), nŏjaor (Meijel) herfst (bamis(tijd), natijd, uitgang) [DC 39 (1965)] || herfst, najaar || het derde van de vier jaargetijden, de tijd tussen zomer en winter [bamis, bamistijd, natijd, uitgang] [N 91 (1982)] III-4-4
herfstaster herfstaster: herfstaster (Meijel), hèrftastər (Meijel) Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende potplanten en snijbloemen voor de koude kas: troschrysanten [N 73 (1975)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor verschillende vaste planten: aster novae angliae (herfstaster) [N 73 (1975)] III-2-1
herfstdraden herfstdraden: herfstdrő̅j (Meijel), herfstdruij (Meijel) herfstdraden [zomervamen] [N 22 (1963)] III-4-4
herfstsering floks: eigen spellinsysteem \'vele variaties / een heester met dezelfde bloemen en wel 2 M hoog kruidnagel\'  floks (Meijel) Herfstsering (Phlox paniculata L.). De bladeren zijn alle breed, meestal 2 cm of meer. De stengel is hoog, veelal 1 m of meer, tevens gevlekt, met talrijke, tot een dikke tros verenigde, bloemen. de kelkslippen zijn spits. De kroon heeft een lange buis en [N 92 (1982)] III-2-1
herfsttijloos naaktbloeier: eigen spellinsysteem  naaktbloejer (Meijel) Herfststijloos (colchicum autumnale). Het is een knolgewas met bleek lila bloemen, die veel op die van een crocus lijken, maar aan de 3 draadvormige stijlen en de 6 meeldraden dadelijk te herkennen. De bloemen verschijnen in de herfst en de vruchten in he [N 92 (1982)] III-4-3
herik herik: herek (Meijel), hɛrek (Meijel), -  hirik (Meijel) herik (Sinapis arvensis L.) [DC 43 (1968)] || Sinapis arvensis L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland en in open bermen met goudgele bijeenstaande bloempjes en zaden in de vorm van zeer dunne opstaande boontjes. Het bloeit van mei tot september. De lengte varieert van 30 tot 80 cm. Het is ook bekend onder de oude naam krodde of wilde mosterd. Dit onkruid wordt vaak verward met knopherik (Raphanus raphanistrum L.), waar het sterk op lijkt. Knopherik komt meer voor op zandige akkers en bermen, terwijl de zaden groter zijn evenals de bloempjes, waarvan de kleur kan variëren van wit tot donkergeel en paars. Het bloeit van juli tot augustus en wordt 20 tot 60 cm hoog. Bij de opgaven wordt door een aantal informanten op dit verschil gewezen. Melm is droge akkergrond. Zie Goossens 1964; 1970 en 1988, 95-108. [N C, 2; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 17, 12; A 43, 12; monogr.] I-5, III-4-3
hersenen hersens: hèrsəs (Meijel) Hersenen [DC 58 (1983)] III-1-1
herstemmen opnieuw stemmen: opnééjstémmə (Meijel), oppernieuw stemmen: oppernij stemme (Meijel) opnieuw stemmen als er bij de eerste stemming geen beslissing valt [balloteren] [N 90 (1982)] III-3-1
hert, ree ree: ri-je (Meijel), riej (Meijel), rieë (Meijel) ree || Ree, zonder onderscheid van geslacht [N 94 (1983)] III-4-2
het angelus luiden angelus: ət løͅjt aŋəløs (Meijel), klimpen: et klimpt (Meijel, ... ) Het angelus luiden in de ochtend [de morgenklok?] [het luidt......?]. [N 96A (1989)] || Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)] III-3-3