id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
28950 | armsgatuitsnijding | armsgat: ɛ̄rms˲gāt (Meijel) | De uitsnijding voor de mouw bij het colbert. [N 59, 101a] II-7 |
25055 | armvol | armvol: ervel (Meijel), èrvel hoj (Meijel), ɛrvǝl (Meijel), handvol: haffəl (Meijel) | armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] I-4, III-4-4 |
21570 | arresteren | arresteren (<fr.): arrestere (Meijel), gevangen nemen: gəvangə gənómmə (Meijel) | iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)] III-3-1 |
21034 | as | as: as (Meijel), molenas: [molen]ās (Meijel) | In l 432 werden de zeilen en windborden slechts verwijderd bij bijzonder zware storm. Een aantal woordtypen komt ook voor in het lemma ɛzonder zeilenɛ.' [N O, 10a; A 42A, 3; Sche 37; monogr.] II-3 |
34578 | asarm | toten: tōtǝ (Meijel) | Elk van de uiteinden van de as die door de naven steken. Een asarm is steeds van metaal. [N 17, 53; N G, 48d; monogr] I-13 |
26247 | asbanden | trekbanden: trɛkbandǝ (Meijel) | De ijzeren banden rond de kop of de nek van de molenas. [N O, 10h] II-3 |
32672 | asblok | karlade: karlāi̯ (Meijel) | Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.] I-13 |
30553 | asfaltpapier | asfalt: asfalt (Meijel) | Poreus bordpapier, gedrenkt in asfalt of zware teeroliën. Asfaltpapier wordt gebruikt als isolatiemateriaal tegen vocht maar ook als dakbedekking. 'Lodorite' is een asfaltbitumen juteweefsel dat als afdichtingsmateriaal in stroken wordt verwerkt. [N 31, 36b; N 64, 155b; monogr.] II-9 |
26217 | askop | assekop: asǝkop (Meijel) | De kop van de as waaraan de roeden bevestigd zijn. Zie ook afb. 45 en 28. In l 265 werd, wanneer de molenas van hout was vervaardigd, de kop in de as ingelaten. De askop was met ijzeren banden verstevigd. In l 265c was de as niet van hout, maar van ijzer. De roeden zaten met houten spieën in de assekop geklemd. [N O, 10b; N O, 10a; A 42A, 7; A 42A, 6] II-3 |
23780 | askruisje | askruisje: askr"sjkə (Meijel), askrutske (Meijel) | Het Askruisje [assekrüske, esjekruuts]. [N 96C (1989)] III-3-3 |