23732 |
huiszegen |
devotieprent:
devosieprint (L265p Meijel)
|
De Huiszegen, d.w.z. een ingelijste afbeelding van O.L. Heer aan het kruis, waaronder enkele gebeden, of een tekstplaat in sierschrift, waarop een gebed over huis en bewoners of een uit Rome ontvangen plaat waarop de afbeelding van de paus, vermelding van [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24173 |
huiszwaluw |
huiszwalm:
høšzwaləm (L265p Meijel),
zwalm:
zwalm (L265p Meijel)
|
huiszwaluw || huiszwaluw (12,5 helemaal wit van onder; witte stuit; kleinest buiten tegen een woning of kerk [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17997 |
huiveren |
bibberen:
bibbere (L265p Meijel),
razelen:
rāzele (L265p Meijel)
|
huiveren, bijv. van koe [grille, de griezel op het lijf krijge, rijeren] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
17999 |
huiverig |
rijderachtig:
rierächtig (L265p Meijel)
|
huiverig [schuuverig] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
17998 |
huivering |
schuivering:
sjuvering (L265p Meijel)
|
huivering [gril] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21807 |
hulp vragen |
dienstverlening (zn.):
dienstverlening (L265p Meijel),
om hulp vragen:
om hulp vraogen (L265p Meijel)
|
iemand vragen te helpen [genaden] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
18936 |
hulp, bijstand |
hulp:
hulp (L265p Meijel, ...
L265p Meijel)
|
de ondersteuning die men iemand geeft om zijn werk af te maken [hulp, genade] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
28008 |
hulphouwer |
hulphouwer:
hølphǫwǝr (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Oranje-Nassau MV])
|
Voordat men houwer wordt, is men in de Nederlandse mijnen eerst leerling-houwer, hulphouwer A en hulphouwer B geweest. Leerling-houwer is men gedurende zes maanden; hulphouwer A heeft een opleidingstijd van één jaar. Hulphouwer B wordt men als men 15 maanden als hulphouwer A in opleiding is geweest tot houwer (MBK I pag. 6). Al naar gelang de functie krijgt men 70%, 80%, 90% of 95% van het houwersloon. [N 95, 144; N 95, 143; monogr.]
II-5
|
24572 |
hulst |
beshulst:
oude spellingsysteem
beshulst (L265p Meijel),
groene heester:
eigen spellingsysteem
grune heester (L265p Meijel),
gruune heester (L265p Meijel),
hulst:
hulst (L265p Meijel),
Nijmeegs (WBD)
hulst (L265p Meijel),
oude spellingsysteem
hulst (L265p Meijel),
prikkels:
Nijmeegs (WBD)
prikkəls (L265p Meijel)
|
[DC 76 (2002)]De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)]
I-7, III-4-3
|
17956 |
huppelen |
huppelen:
huppele (L265p Meijel),
huppelen (L265p Meijel),
huppələ (L265p Meijel)
|
Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|