25156 |
ijskoud |
ijskoud:
isjkaaw (L265p Meijel)
|
ijskoud
III-4-4
|
18639 |
ijsmuts |
ijsmuts:
isjmuts (L265p Meijel, ...
L265p Meijel)
|
ijsmuts [N 25 (1964)]
III-1-3
|
25154 |
ijspegel |
ijskegel:
isjkeegels (mv.) (L265p Meijel),
ijspegel:
isjpeegels (mv.) (L265p Meijel),
iskpegels (mv.) (L265p Meijel)
|
ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
24174 |
ijsvogel |
ijsvogel:
isjvoogel (L265p Meijel),
ijsvogeltje:
ešvøgəlkə (L265p Meijel)
|
ijsvogel || ijsvogel (16,5 schitterend blauwgroen boven, steenrood onder; vliegt snel over beek, sloot en langs ven; broedt in gat in steile over; vangt visjes; vrij zeldzaam [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18913 |
ijver |
ijver:
iever (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
īēvər (L265p Meijel)
|
toewijding aan zijn werk [ijver, iever] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18914 |
ijverig |
ijverig:
ieverig (L265p Meijel),
īēvərəch (L265p Meijel),
nijverig:
nieverig (L265p Meijel)
|
met ijver vervuld [ijverig, nijver, nijverig, noest, vlijtig, grif] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25134 |
ijzel, bevroren neerslag |
ijzel:
izjel (L265p Meijel, ...
L265p Meijel,
L265p Meijel)
|
ijzel || ijzel, onderkoelde regen waarvan de straten spiegelglad worden [heezel, hijzel] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25157 |
ijzelen |
ijzelen:
izjele (L265p Meijel, ...
L265p Meijel,
L265p Meijel),
’t iselt (L265p Meijel),
’t izjelt (L265p Meijel)
|
ijzelen [N 22 (1963)] || ijzelen, bevriezen van neerslag
III-4-4
|
18870 |
ijzen |
kotsen:
kotse (L265p Meijel),
verluisterd staan:
verluisterd stao (L265p Meijel)
|
vervuld worden van afgrijzen, iets heel erg afschuwelijk vinden [ijzen, schruwen, grijzelen, grillen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
26045 |
ijzerbalk |
ijzerbalk:
ežǝrbalǝk (L265p Meijel)
|
De horizontale balk waarin bij de standerdmolen het boveneinde van het staakijzer draait en bij de Hollandse molen het boveneinde van de koning. In dit lemma zijn alle opgaven bijeengeplaatst, die betrekking hebben op de ijzerbalk in standerdmolens. Bovendien is hier materiaal opgenomen waarvan door de invullers niet is vermeld voor welk type windmolen het van toepassing is. De opgaven die specifiek de ijzerbalk van de Hollandse molen aanduiden, zijn bijeengeplaatst in het lemma ɛijzerbalk van de Hollandse molenɛ.' [N O, 29d; N O, 16k; A 42A, 17]
II-3
|