e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijzerbalk van de hollandse molen ijzerbalk: ežǝrbalǝk (Meijel) De horizontale balk waarin bij de Hollandse molen het boveneinde van de koning draait. Zie ook het lemma ɛijzerbalkɛ.' [N O, 51g; N O, 29d; A 42A, 17] II-3
ijzeren balken rails: rils (Meijel) IJzeren balken waarop het dek van de vaste brug rust. De draaibruggen lopen op rails, vandaar het woordtype "rails" in het lemma. [II, 95b] II-4
ijzeren bek van de oplegger stalen bek: stǭlǝ bɛk (Meijel) Een wat naar onderen breder uitlopend ijzeren stuk dat met klinknagels aan het hout van de oplegger vastzit via twee ijzeren uitsteeksels. [II, 40c] II-4
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Meijel), hooigaffel: [hooi]gafǝl (Meijel) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
ijzeren haak aan de puthaak emmerhaak: əmərhōͅk (Meijel) [N 12 (1961)] I-7
ijzeren hamer waarmee men het slachtvee verdooft voorhamer: vørhamǝr (Meijel) Uit de toelichting van de informant van P 108 zou kunnen blijken dat deze hamer vooral gebruikt wordt bij het doden van het rund, met name de stier. Vergelijk ook het woordtype "rundshamel". [N 28, 5a; N 28, 5b; N 28, 10c; monogr.] II-1
ijzeren pin waarmee men het slachtvee verdooft pin: pēn (Meijel) De woordtypen in dit lemma kunnen op verschillende zaken duiden. Men kan ermee bedoelen de ijzeren pin die uit het schietmasker gedreven wordt of de pin die op een hamer waarmee men het dier op de kop slaat, is bevestigd, of de pin van het penapparaat. Dit laatste werktuig is een voorloper van het penschietmasker. Zie ook de toelichting bij het lemma ''schietmasker''. [N 28, 5b; N 28, 5d; monogr.] II-1
ijzertje onder een schoen schoenijzertje: sjoehnizzerke (Meijel), sjoenizjerkes (Meijel, ... ), sjoenözzerke (Meijel), stootplaatje: stuətplātjəs (Meijel) Deze ijzertjes (tip?) [N 60 (1973)] || ijzertje onder de schoen [blakei] [N 24 (1964)] III-1-3
illustratie prentje: prentje (Meijel), preͅntjə (Meijel) een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke] [N 90 (1982)] III-3-1
in alle haast hapsnap: hap snap (Meijel), snap: snap (Meijel) in heel grote haast [hap, snap] [N 85 (1981)] III-1-4