21650 |
inmijner? (wbd) |
opjager:
ŏpjager (L265p Meijel)
|
Heeft men voor de persoon bedoeld in de vorige vraag nog een bepaalde naam? [N 21 (1963)]
III-3-1
|
29109 |
innemen |
enger maken:
ęŋǝr mākǝ (L265p Meijel)
|
Door het innaaien van zomen of plooien het kledingstuk nauwer maken. [N 62, 23a; MW]
II-7
|
31008 |
inplak |
inplek:
enplak (L265p Meijel)
|
Stukjes ingeplakt afvalleer of teervilt waarmee men holtes opvult, die ontstaan door oneffenheden onder aan de binnenkant, vooral door het onderzetten van de cambreur. Volgens de informant van Q 253 bestaat de ziel uit twee dunne stukjes hard leer, op elkaar los ingewerkt tussen de bal van de hak. Deze worden er ingewerkt om de schoen te laten kraken. [N 60, 91; N 60, 172a; N 60, 172b]
II-10
|
18453 |
inplak [wld ii.10, p. 42] |
inplek:
enplak (L265p Meijel)
|
Stukjes ingeplakt afvalleer of teervilt om holtes op te vullen die ontstaan door oneffen heden onder aan de binnenkant, vooral door het onderzetten van de cambreur? (inplank, inleg?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
30980 |
inplakzool |
inplakzooltje:
enplɛkzølkǝ (L265p Meijel)
|
Het zooltje dat in het betere schoeisel ingeplakt wordt. [N 60, 171c]
II-10
|
18473 |
inplakzool [wld ii.10, p. 35] |
inplakzooltje:
enplɛkzølkə (L265p Meijel)
|
Het zooltje dat in betere damesschoenen ingelijmd wordt? (inplakzooltje?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
22092 |
inrichting waarin binnenkomende duiven in een val zitten |
valspoetnik:
valsputnek (L265p Meijel),
vangkooi:
vangkouj (L265p Meijel)
|
Hoe heet de inrichting waarin binnenkomende duiven in een val zitten, waardoor men gemakkelijk de ring af kan nemen (nieuwe Amerikaanse uitvinding; zie tekening 5)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22093 |
inrichting waarin de duiven zich kunnen wassen |
wasbak:
wasbak (L265p Meijel),
wasbord:
wasbord (L265p Meijel)
|
een inrichting, meestal op de duivetil, waarin de duiven zich kunnen wassen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25607 |
inschieten |
inschieten:
enšītǝ (L265p Meijel)
|
Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d]
II-1
|
18490 |
inschot [wld ii.10, p. 24] |
inschot:
enšoͅt (L265p Meijel)
|
De plaats waar men met de voet in de schoen schiet (inschot)? [N 60 (1973)]
III-1-3
|