e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kamerstoel stellinkje: stellingske (Meijel) Klein draagbaar gemak in de vorm van een stoel (gemakstoel, kakstoel, kamerstoel, kakkedoor, stilletje) [N 79 (1979)] III-2-1
kamgaren stof kamgaren: kamgarǝ (Meijel) Stof geweven van uit kamwol gesponnen garen. [N 62, 75b; N 62, 76; N 62, 98; N 59, 201] II-7
kamille (alg.) kamille: -  kamille (Meijel) echte kamille [DC 50 (1975)] III-4-3
kamizool kamizool (<fr.): tricot  kammezŏl (Meijel) kamizool, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
kammen kammen: kamǝ (Meijel), toe ik t wao kemme ging minne kamp kepot (Meijel) De tanden van het aswiel in wind- en watermolen. De tanden van het aswiel zijn in het algemeen vervaardigd van een harde of taaie houtsoort. Verscheidene zegslieden vermelden dan ook het gebruik van beukehout. In de meeste watermolens was het (houten) rondsel aan het uiteinde van het staakijzer meestal vervangen door een (metalen) kamwiel. De benamingen voor de tanden van dit kamwiel zijn eveneens hieronder opgenomen. Zie ook het lemma ɛstavenɛ.' [N O, 11l; Vds 91; Vds 92; Jan 101; Coe 80; Coe 83; Grof 106; A 42A, 12] || Kammen. Toen ik ’t wou kammen ging mijn kam stuk. [DC 39 (1965)] II-3, III-1-3
kamnagels pinnen: penǝ (Meijel  [(enkelvoud: pen)]  ) De pennen waarmee de kammen, die dwars door het aswiel gaan, worden vastgestoken. [N O, 11m] II-3
kampen kampen: kampə (Meijel), kavelen: kavele (Meijel) Uitmaken wie de winnaar is bij gelijke stand [kamp, kavalen, kanteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
kamperfoelie kamperfoelie: eigen spellinsysteem geeft een aangename bloezemreuk (gele bloem) / kampherfoelie is ook een geneeskragtig medizijn  kamperfoelie (Meijel) Wilde kamperfoelie (lonicera periclymenum 150 tot 300 cm grote klimplant met houtige stengels; de bladeren zijn tegenoverstaand en meestal gaafrandig; de bloemen staan in (schijn)kransen of hoofdjes met een lange kroonbuis, geelachtig wit of purperrood [N 92 (1982)] III-4-3
kan, maat van één liter kan: kaan (Meijel) de maat die een inhoud aangeeft van 1 liter [mengel, kan, kop] [N 91 (1982)] III-4-4
kanaal kanaal: kənaal (Meijel), Note v.d. invuller:  kanaal (Meijel) een kunstmatige, gegraven, tamelijk brede waterweg (vaart, kanaal) [N 90 (1982)] III-3-1