23505 |
kindermis |
kindermis:
kinjermes (L265p Meijel),
wichtermis:
wextərmes (L265p Meijel)
|
Een kindermis, schoolmis [kiendermis, kingermès, sjoeëlmès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18590 |
kinderondergoed |
ondergoed voor de wichter:
ondərgu vør də wextər (L265p Meijel)
|
Ondergoed voor kinderen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18362 |
kinderschort met mouwen |
mouwscholkje:
mouwsjölkske (L265p Meijel),
mouwsjöllukske (L265p Meijel),
wichterscholkje:
wichtersjolkske (L265p Meijel),
wichtersjôlkske (L265p Meijel)
|
kinderschort met mouwen [smul] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
19382 |
kinderstoel |
kakstoel:
kakstoel (L265p Meijel),
kakstōēl (L265p Meijel)
|
Stoel voor kleine kinderen op hoge poten met een armleuning en een tafelblad ervoor, eventueel met een potje onder de zitting (kakstoel, krokstoel, kloef) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
31111 |
kinderwerk |
wichterschoenen:
wextǝršūn (L265p Meijel)
|
Schoenwerk voor kinderen in de maten 24 t/m 27. [N 60, 205e; N 60, 205f; N 60, 205g]
II-10
|
23925 |
kindje jezus |
kindje jezus:
kiendje jezus (L265p Meijel),
kintjə jēzəs (L265p Meijel)
|
Het Jezuskind, het kind(je) Jezus, Jezuke. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20169 |
kinds |
kinds:
kinds (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
kins (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
kinsj (L265p Meijel),
simpel:
simpəl (L265p Meijel),
verkindst:
vərkeensjt (L265p Meijel)
|
door hoge ouderdom zwak van geest [suffig, kinds, simpel] [N 85 (1981)] || door hoge ouderdom zwak van geest, geheugenloos [kinds, simpel] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
33940 |
kinketting |
kiefketting:
kīfkęteŋ (L265p Meijel),
kiefkettinkje:
kīfketeŋskǝ (L265p Meijel)
|
Korte ketting onder de kin van het paard, die de bitringen van de bitstang met elkaar verbindt en tot steun van het bit dient. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 46; monogr.]
I-10
|
33933 |
kinriem |
kiefriempje:
kīfrimkǝ (L265p Meijel)
|
Verlenging van de neusriem die onder de kin van het paard doorloopt. [N 13, 24]
I-10
|
34524 |
kip van broedsheid genezen |
met de kont in het water douwen:
me tǝ kont en ǝt watǝr dǫu̯ǝ (L265p Meijel)
|
In vraag N 19, 59 werd gevraagd naar de termen voor een kip van broedsheid genezen door ze in een emmer water te stoppen met haar achterste. Een aantal antwoorden wijst op deze methode. Maar er is ook een aantal respondenten dat deze methode niet kent of vermeldt dat deze manier van handelen niet helpt. De broedse kip afzonderen en vastzetten is een alternatief (L 159a (Middelaar), 268 (Velden), 295 (Baarlo), 318b (Tungelroy), 374 (Thorn), P 107a (Rummen)). De informant van L 320a (Ell) adviseert de broedse kip in afzondering sterk eiwitrijk voedsel te voeren. En volgens de informant van Q 121c (Bleijerheide) is een beter middel dan in het water stoppen de kip vier dagen in een rek aan de wand te hangen. [N 19, 59]
I-12
|