19105 |
kwezel |
kwezel:
kwezel (L265p Meijel),
kwēzəl (L265p Meijel)
|
Een bidziel, bidmens, kwezel, overdreven vrome persoon. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23736 |
kwezelachtig |
kwezelachtig:
kwēzəlɛ̄xtex (L265p Meijel)
|
Kwezelachtig. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17692 |
kwijl |
bras:
bras (L265p Meijel),
zever:
zieëver (L265p Meijel),
ziëver (L265p Meijel),
zîevər (L265p Meijel)
|
Kwijl: uit de mond lopend speeksel (zever, kwijl). [N 84 (1981)] || zever
III-1-1
|
21833 |
kwinkslag |
<uitdr.> dat was raak!:
(= gezegde).
dé was raak (L265p Meijel)
|
een grappig, koddig gezegde [slag, dreun] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19980 |
kwispelstaarten |
kwispelen:
\'oude\' spelling
kwispele (L265p Meijel),
cassettebandje
kwispelen (L265p Meijel),
WBD
kwispələ (L265p Meijel)
|
Hoe noemt u de staart heen en weer bewegen, als teken van vriendschap, gezegd van honden (kwispelen, kwipselen, kwipselstaarten, kwispelstaarten) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
21668 |
kwitantie |
schuldbriefje:
sjeultbrīēfke (L265p Meijel)
|
kwitantie, bewijs van schulddelging [N 21 (1963)]
III-3-1
|
23580 |
kyrie eleison |
kyrie:
kirəjə (L265p Meijel),
kyrie eleison (<gr.):
kyrie eleison (L265p Meijel)
|
Het "vaste gezang"aan het begin van de mis, het "Kyrie eleison". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28277 |
laadbak |
laadkast:
lājkast (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Willem-Sophia])
|
Vaste of schuddende laadbak onder aan een pijlervoet of onder een wentelgoot, die wordt gebruikt om mijnwagens met ontgonnen gesteente te vullen. In de mijnen van Winterslag en Waterschei maakt men volgens de invuller uit Q 3 een verschil tussen enerzijds de "schudbak" die zich aan de voet van de pijler bevindt, en anderzijds de "trimouye" en de "schudtafel" die aan het uiteinde van de wentelgoot zijn bevestigd. [N 95A, 3; monogr.; N 95, add.; Vwo 458; Vwo 459; Vwo 774; Vwo 786; Vwo 796]
II-5
|
28273 |
laadplaats |
laadplaats:
lājplats (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Julia])
|
De ondergrondse ruimte naast de schacht waar de mijnwagens op de kooi worden geduwd. [N 95, 690; monogr.; N 95A, 3; N 95, 178]
II-5
|
24925 |
laag grond |
laag:
laoch (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
laog (L265p Meijel)
|
laag grond [laag, scheel, bank] [N 81 (1980)]
III-4-4
|