e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
linkerkant van het paard bij de hand: bęi̯ dǝ hānt (Meijel) Kant waar de voerman het paard leidt. [N 8, 9 en 10] I-9
linkerleest linkse leest: leŋksǝ lę̄st (Meijel) De kromme leest waarop men een linkerschoen kan vervaardigen. [N 60, 185c] II-10
linkervoorkwartier voorste kwartier links: vørstǝ kǝrtīr leŋks (Meijel) Het kwartier van de uier links voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116a] I-11
links, linkshandig links: liŋs (Meijel) Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Hij is ... [DC 50 (1975)] III-1-2
linksachter linksachter: linksaachter (Meijel) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2
linkshandig persoon linkspoot: lIŋspuət (Meijel) Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Het is een ... [DC 50 (1975)] III-1-2
linksvoor linksvoor: linksveur (Meijel) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
linnen, linnengoed linnen: lenjǝ (Meijel) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
lintvoeg lintvoeg: lent˲[voeg] (Meijel) Horizontale voeg. Zie ook afb. 41. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(voeg)' het lemma 'Voeg'. [N 32, 29b; monogr.] II-9
lintwormen lintwormen: lenjtjwø͂ͅrəm (Meijel), lintweurm (Meijel) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: lintwormen? [N 93 (1983)] III-3-2