e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
losse brug vlot: (mv.)  vlotǝ (Meijel) Klein, los bruggetje, een vlot. [II, 92e] II-4
losse linnen halsboord kraag: krag (Meijel) halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)] III-1-3
losse manchet manchet: mesjette (Meijel) manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)] III-1-3
losse naad losgelaten naad: losgǝlǭtǝ nǫ (Meijel) [N 62, 28; MW] II-7
losse plankbrug vonder: vonder (Meijel) een brug die bestaat uit losse planken (vlonder, vonder, til, tilling, kwaak, vondel) [N 90 (1982)] III-3-1
losse voerbak voor runderen koebak: kubak (Meijel), koebakje: (mv)  kubɛkskǝs (Meijel), trog: trǫx (Meijel) Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.] I-6
losse zak onder de rok losse tas: losse tes (Meijel, ... ), tas: tes (Meijel, ... ) tas, losse ~, zak of buidel die onder de rok wordt gedragen [N 24 (1964)] III-1-3
loteling geloot (volt.deelw.): hij hi gəlót (Meijel), loteling: loteling (Meijel) iemand die voor militaire dienst geloot heeft [loteling, lotter] [N 90 (1982)] III-3-1
loten loten: lōətə (Meijel) Het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
loteren, los zitten los zitten: zit laos (Meijel) los zitten, gezegd van onderdelen [loteren] [N 91 (1982)] III-4-4