e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neusriem neusriem: nø̄srīm (Meijel) Leren riempje van het hoofdstel dat over de neus van het paard loopt. [N 13, 23] I-10
neusring ring: reŋ (Meijel), reŋk (Meijel) Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.] I-12
nier nier: nier (Meijel) nier [N 10 (1961)] III-1-1
nierbekkenontsteking op het water hebben: (de koe heeft het) op ǝt watǝr (Meijel) Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43] I-11
nieren nieren: nirǝ (Meijel), niertjes: nirkǝs (Meijel) Boonvormig orgaan dat dient tot afscheiding van de urine. De opgaven zijn alle meervoud. [N 28, 88d] I-11
niersteen niersteen: nierstiejn (Meijel), nierstiën (Meijel), nierstîen (Meijel) Nier-, gal- en blaassteen: steenachtige zelfstandigheid in galblaas, nieren of blaas (steen, graveel, graveelsteen). [N 84 (1981)] III-1-2
niet afgegraven hoogveen peel: pīǝl (Meijel) Echt hoogveen is beperkt tot een paar gebieden in Nederland. Een aantal opgaven duidt zeker niet op hoogveen maar op een bepaalde grond waar het mogelijk is turf te steken. [N 27,18b] II-4
niet bevrucht gust: gøst (Meijel) Niet bevrucht bij dekking, gezegd van de koe. [N C, 19; N C, 18] I-11
niet gedijen de prat inzitten: oude spellingsysteem  di zit de prat in (Meijel), geen groei (hebben): eigen spellingsysteem  genne grui (Meijel, ... ), schraal wassen: Nijmeegs (WBD) sjraol (bijw.)  sjraol wassə (Meijel), slecht wassen: Nijmeegs (WBD)  slèècht wassə (Meijel) Niet goed groeien, gezegd van planten (niet tieren, niet aarden). [N 82 (1981)] III-4-3
niet goed gebroeid te hard geschroeid: tǝ hart gǝšrø̜jtj (Meijel), verschroeid: vǝršrø̜jtj (Meijel) Als men bij het broeien te veel of te heet water gebruikt, is het effect averechts: de haren blijven dan erg vast op de huid zitten en laten zich niet gemakkelijk verwijderen. Opgaven als ''het varken is verbranden de huid is verbrand'' zijn versmolten tot één type "verbrand".' [N 28, 23; monogr.] II-1