e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ooievaarsbek reigersbek: eigen spellinsysteem  rijgersbek (Meijel), scharrekruid: eigen spellinsysteem  sjarekroed (Meijel) Kleine ooievaarsbek (geranium molle 5 tot 40 cm hoge plant die kort behaard is; de bladeren zijn 5- tot 7-spletig met 3-delige slippen; de bloemen zijn zeer klein en bleekpaars van kleur; de vruchten zijn aangedrukt behaard. Bloeitijd van mei tot septem [N 92 (1982)] III-4-3
oom oom: oom (Meijel) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
oor oor: orə (Meijel) oren [RND] III-1-1
oordelen oordelen: oordelle (Meijel), òrdélle (Meijel), òrdéllə (Meijel), schikken: schikken (Meijel), tot een akkoord komen: tot een accoord komen (Meijel) door redeneren tot een gevolgtrekking komen, oordelen [schikken] [N 85 (1981)] || oordelen; door redeneren tot een gevolgtrekking komen III-1-4
oorkernen verwijderen binnenste eruithalen: benǝstǝ ǝrøtjhālǝ (Meijel) Met een scherp gepunt mes wordt het inwendige van het oor uitgesneden. [N 28, 69] II-1
oorknop oorknopje: orkneupke (Meijel), orknöpkə (Meijel), orenknopje: orreknupke (Meijel) sieraad min of meer in de vorm van een knop die men aan elk oor draagt [knop, oorknop, dormeuse] [N 86 (1981)] III-1-3
oorlog krijg: krieg (Meijel), oorlog: oorlog (Meijel), òrlòch (Meijel) de strijd tusseen twee of meer volken, vorsten of staten [oorlog, krijg] [N 90 (1982)] III-3-1
oorlogsschip slagschip: slagsjip (Meijel) een schip gebouwd en uitgerust om in de oorlog gebruikt te worden [manwaar] [N 90 (1982)] III-3-1
oorring oorbel: orbel (Meijel), oorbelletje: òrbèlləkə (Meijel), orenbel: orrebel (Meijel) zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 86 (1981)] III-1-3
oorveeg draai: drèèj (Meijel), drééj (Meijel), oorveeg: orvieg (Meijel), orenveeg: orrevieg (Meijel) Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)] III-1-2