e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rechterkant van het paard van de hand: van dǝ hānt (Meijel) Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10] I-9
rechterleest rechtse leest: rɛxsǝ lę̄st (Meijel) De kromme leest waarop men een rechterschoen kan vervaardigen. [N 60, 185c] II-10
rechtervoorkwartier voorste kwartier rechts: vørstǝ kǝrtīr rɛxts (Meijel) Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c] I-11
rechtop recht staand: rèèchtstònt (Meijel) rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)] III-4-4
rechtopstaande wissen staven: stē̜f (Meijel) De wissen die het geraamte van het opstaande gedeelte van de mand vormen. [N 40, 50; monogr.] II-12
rechtopzetten van opstaande wissen omhoog zetten: ømhǫx ˲zetǝ (Meijel) Het rechtop zetten van de ingestoken en omgebogen wissen. Zie ook afb. 275. [N 40, 55] II-12
rechtsachter rechtsachter: rächsaachter (Meijel) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2
rechtspreken rechten: reghte (Meijel) rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)] III-3-1
rechtsvoor rechtsvoor: rächsveur (Meijel) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
rechtvaardig gerecht: geregt (Meijel), rechtuit: rechtutj (Meijel) handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)] III-1-4