24647 |
robinia |
acacia:
eigen spellingsysteem
acacia (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
oude spellingsysteem
acacia (L265p Meijel)
|
De acacia; heeft 10-35 cm. grote varenachtige bladeren samengesteld uit deelblaadjes van 3-5 cm lengte; in het begin van de zomerdraagt de boom hangende bloemtrossen; de takken wijzen soms naar boven (acacia, asdoorn). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18058 |
rochelen |
rochelen:
rŏchele (L265p Meijel)
|
rochelen [klieke, kwalsteren, kwaaieren] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
23447 |
rochet |
rok:
rok (L265p Meijel),
superplie (<lat.):
sypərpli (L265p Meijel)
|
Het korte witte kleed over de misdienaarstoog [rochet, rökkele?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
33478 |
rode aalbes |
bessen:
De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
bes (L265p Meijel),
eigen fon. aanduidingen De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
bes (L265p Meijel),
miemertjes:
De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer). klein bessen van een zelfde soort
miemerkes (L265p Meijel),
eigen fon. aanduidingen De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
miemerkes (L265p Meijel),
Nijmeegs (WBD) De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
mīēmərkəs (L265p Meijel)
|
aalbes [N 82 (1981)]
I-7
|
33231 |
rode biet |
kroot:
krǫt (L265p Meijel)
|
Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.]
I-5
|
20886 |
rode bieten |
krootjes:
krutjes (L265p Meijel),
rode kroten:
roej krŏtte (L265p Meijel)
|
rode bieten; Wanneer ze als groente voor het eten bestemd zijn en er wordt thuis gevraagd: "Wat eten we vandaag?"wat wordt er dan geantwoord? "We eten vandaag ............. [DC 49 (1974)]
III-2-3
|
24508 |
rode bosbes |
bosbes:
eigen spellingsysteem
bosbes (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
oude spellingsysteem
bosbes (L265p Meijel)
|
De rode bosbes, vossebes (bospalm, naagdebes, kwachtbes, gourbes, kroos, kreus, rode bleek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24405 |
rode bosmier |
rode zeiker:
roehjzeikers (L265p Meijel),
roeëj zéjkers (mv.0 (L265p Meijel),
zeikworm:
zeikwörm (L265p Meijel),
zéjkwèùrem (L265p Meijel),
’ne zeikwörm (L265p Meijel)
|
bosmier, (grote) rode ~ [stekkedraoger, brak] [N 26 (1964)] || bosmier, grote rode || bosmier, grote rode — || mier, grote donkere [DC 43 (1968)]
III-4-2
|
33257 |
rode klaver |
rode klaver:
rūi̯ [klaver] (L265p Meijel)
|
Trifolium pratense L. Een 15 tot 50 cm hoge plant met paarsrode of roze bloemhoofdjes, die van juni tot de herfst bloeien. Rode klaver wordt vooral als veevoeder geteeld. Rode klaver gedijt, overigens evenals witte klaver, het best "onder dekvrucht", d.w.z. dat het tegelijk met een winterkoren wordt gezaaid en dan pas opkomt wanneer die dekvrucht in de herfst is geoogst. In het volgende seizoen wordt de klaver dan geweid of enkele malen gemaaid. Rode klaver is wat "kieskeuriger" dan witte klaver, stelt hogere eisen aan de grond, maar schiet goed recht op en laat zich gemakkelijker maaien. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.]
I-5
|
34033 |
rode koe |
ganse rode:
gansǝ rūi̯ (L265p Meijel)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 124]
I-11
|