e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

Gevonden: 8212
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bieden bieden: bījə (Meijel) bieden [RND] III-3-1
bier bier: bīēr (Meijel) bier [RND] III-2-3
bierpap bierpap: Syst. WBD  bierpap (Meijel) Bierpap (beerslemp?) [N 16 (1962)] III-2-3
biersoep biersoep: Syst. WBD  biersoep (Meijel) Soep, hoofdzakelijk gemaakt van bier (biersoep, beersop, bierzuipe) [N 16 (1962)] III-2-3
bies bies: bis (Meijel) Een reep leer in het algemeen. [N 60, 18a] II-10
bies [wld ii.10, p. 25] bies: bis (Meijel) Een reep leer in het algemeen? (bies) [N 60 (1973)] III-1-3
bietenkopper krotenkopper: krǫtǝkǫpǝr (Meijel) Schoffelvormig stuk gereedschap gebruikt om loof van bieten af te steken, soms als deze nog in de grond staan, soms ook als ze al gerooid zijn. In de volgende plaatsen wordt opgemerkt dat voor dit afsteken de schup of de spade wordt gebruikt: L 163, 163a, 164, 165, 215, 266, 324, 329, 371a, 383, 416, 429a, Q 14, 94b, 101, 111 en 198b. Als er sprake is van een kapmes is de opgave in het lemma Bietenkapmes ondergebracht. [N 18, 54; monogr.; add. uit N 12, 47] I-5
bietenloof, bladerkroon groen: grȳn (Meijel), krotenloof: krǫtǝlof (Meijel) De bladeren van de bietenplant. [N 12, 46; L 30, 34b; monogr.; add. uit N 12, 48] I-5
bietenmolen krotenmolen: krǫtǝmø̄lǝ (Meijel) Instrument om voerderbieten in brokken te malen zodat de beesten deze eten kunnen. [N 18, 108; add. uit N 5A, 34d] I-5
bietenplantjes uitdunnen afdunnen: afdønǝ (Meijel), afplukken: afpløkǝ (Meijel) Uit de rijen jonge plantjes telkens enkele exemplaren weghalen zodat de overgebleven bietenplantjes meer ruimte krijgen om uit te groeien. Doorgaans wordt dit werk in twee fases gedaan. Eerst wordt met de schoffel of de hak op regelmatige afstanden de rij plantjes over de breedte van de schoffel onderbroken. Van de overgebleven groepjes wordt dan iets later alleen het beste plantje overgehouden; de andere worden met de hand uitgetrokken. Tegelijk wordt dat geselecteerde plantje extra aangezet. Intussen wordt, zoals op het aardappelveld, regelmatig onkruid gewied; zie de toelichting bij het lemma Aanaarden. Het object van de handeling is steeds bieten, bietenplantjes. [N 12, 45; N Q, 8; JG 1b; monogr.; add. uit N 15, 2] I-5