e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
scheenbeschermer scheenbeschermer: šēnbǝšɛrmǝr (Meijel  [(Emma / Maurits)]   [Maurits]) Bescherming voor het scheenbeen. Het dragen van deze beenkappen kan worden voorgeschreven in dikke lagen, in steile pijlers, bij het werken aan steendammen en bij het nabreken. [N 95, 885] II-5
scheepje voor de wierook scheepje: sjepkə (Meijel), schuitje: sjuutje (Meijel) Het scheepje waarin de wierookkorrels worden bewaard [scheepke, schipke, schuitje, sjuutje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
scheepskruier kruier: krø̜jǝr (Meijel), scheepskruier: šēpskrø̜jǝr (Meijel) Deze kruier kruit de turf het schip op. Aangezien de tussenkruier ook soms de turf het schip op kruit, is er een aantal opgaven dat op de tussenkruier slaat. Een tussenkruier wordt ingezet, als de afstand tussen het zetveld en het te laden schip groot is. [II, 75b] II-4
scheepsploeg ploeg: plux (Meijel) Ploeg van mensen die het schip vol laadt. [II, 93] II-4
scheermes schaars: sjars (Meijel), scheermes: sjèèrmes (Meijel), sjérmes (Meijel, ... ) een mes waarmee men de baardharen afscheert [scheermes, schars, schors] [N 86 (1981)] III-1-3
scheerturf scheerturf: šęrtø̜rǝf (Meijel) Turf in de lengte liggend van een stapel. De basis van een ring wordt gevormd door telkens één scheerturf tegenover twee kopturven. [II, 80f] II-4
schei scheien: šei̯ǝ (Meijel) Elk van de houten balkjes die de berries verbinden en scheiden en zo de berries evenwijdig houden. Deze balkjes worden door openingen in de berries gestoken en door middel van spieën stevig vastgezet. Het aantal scheien van een kar is afhankelijk van de lengte van de berries. Een hoogkar heeft bijgevolg meer scheien dan een stortkar. [N 17, 24 + 40; N 8, 106; N G, 56e + 58a; JG 1a, JG 1b; monogr] I-13
scheiden scheiden: šęjǝ (Meijel) Tijdens het malen overgaan op ander graan. [N O, 36g] II-3
scheidingswand tussen verschillende hokjes in een duivenmand scheidingswand: šēͅjeŋswant (Meijel) Hoe heet verder in Uw dialect: scheidingswand tussen verschillende hokjes? [N 93 (1983)] III-3-2
scheigaten scheigatter: šęjgatǝr (Meijel) De gaten in de roeden waarin de dwarse latjes, de hekscheien, zijn bevestigd. [N O, 2o] II-3